28 oktober 2022, leestijd 2 minuten
De Surinaamse wetgever achtte het een aantal jaren geleden wenselijk om strengere eisen te stellen aan de financiële verslaggeving. Deze eisen zijn vastgelegd in de Wet op de jaarrekening van 24 september 2017. Afhankelijk van de aard en de omvang van de organisatie moest gebruik gemaakt gaan worden van:
- International Financial Reporting Standards (IFRS): organisaties van openbaar belang (OOBs) en niet-OOBs die een grote rechtspersoon zijn;
- International Financial Reporting Standards for Small and Medium Sized Entities (IFRS for SME): niet-OOBs die een middelgrote rechtspersoon zijn;
- fiscale grondslagen: niet-OOBs die een kleine rechtspersoon zijn.
De jaarrekening van OOBs en niet-OOBs die een grote rechtspersoon zijn, moest vanaf 2020 aan de nieuwe vereisten voldoen. De jaarrekening van niet-OOBs die een middelgrote of kleine rechtspersoon zijn moest vanaf 2021 aan de nieuwe vereisten voldoen.
De Nationale Assemblée stemde op 27 oktober 2022 in met wijziging van de Wet op de jaarrekening. Tijdens de behandeling van de wetswijziging in het parlement werd het belang van goede tijdige financiële verslaggeving voor het functioneren van de economie benadrukt. De wetswijziging houdt in dat voor de jaarrekening niet langer fiscale grondslagen mogen worden gebruik door niet-OOBs die een kleine rechtspersoon zijn, maar ‘de algemeen aanvaarde verslaggevingstandaarden’. De reden hiervoor is dat de fiscale grondslagen niet zijn ‘gecodificeerd’. De algemeen aanvaarde verslaggevingstandaarden zouden wel al worden toegepast. Naar mijn inzicht wordt de situatie er hiermee niet beter op, want ook de algemeen aanvaarde verslaggevingstandaarden zijn in Suriname niet gecodificeerd. Men doet over het algemeen maar wat.
Van groter belang is het uitstel dat met de wetswijziging wordt verleend om aan de nieuwe vereisten te voldoen. Het uitstel is een jaar. De jaarrekening van OOBs en niet-OOBs die een grote rechtspersoon zijn, moet nu vanaf 2021 aan de nieuwe vereisten voldoen. De jaarrekening van niet-OOBs die een middelgrote of kleine rechtspersoon zijn moet nu vanaf 2022 aan de nieuwe vereisten voldoen. De aanleiding voor de wetswijziging wordt volgens de memorie van toelichting gevormd door de financieel-economische recessie in Suriname en de COVID-19 pandemie, waardoor de economische bedrijvigheid en de werkgelegenheid onder druk zijn komen te staan. De waardedaling van de Surinaamse dollar heeft geleid tot omvangrijke kostenstijgingen. Veel ondernemingen, instellingen en organisaties hebben tijdelijk extra financiële ruimte nodig om deze moeilijke periode door te komen. Voorts is de invoering van IFRS bijzonder uitdagend.
De trage parlementaire behandeling van de wetswijziging, die op 29 december 2021 door de president aan De Nationale Assemblée is aangeboden, maakt dat de wijzigingen als mosterd na de maaltijd komen. De boekjaren 2020 en 2021 zijn allang verstreken. De jaarrekeningen over deze boekjaren hadden allang opgemaakt en veelal gepubliceerd moeten zijn. Veel Surinaamse rechtspersonen, ook staatsbedrijven en grote financiële instellingen, lappen de regels aan hun laars, en publiceren geen jaarrekeningen of doen dat veel te laat. De regels worden niet gehandhaafd dus de nalatige directieleden en commissarissen kunnen rustig blijven slapen.
Gepubliceerd in De West