‘We gaan voor vijf(tig)’

De vrije val van de SRD

5 april 2023, leestijd 5 minuten

‘We gaan voor nog vijf’, riepen de aanhangers van Desi Bouterse voor de verkiezingen in 2015. Deze slogan werd door zijn tegenstanders een klein jaar later ingekort tot ‘We gaan voor vijf’, verwijzend naar de koers van vijf Surinaamse dollar in een Amerikaanse dollar. Na de eerste regeerperiode van de regering-Bouterse, die royaal en met gulle hand spendeerde, was de schatkist al vrijwel leeg. In de tweede regeerperiode werden alle financiële reserves uitgeput. Het lukte de toenmalige regering niet om met het IMF samen te werken en de waardedaling van de SRD tegen te gaan. 

De regering stak zich flink in de schulden. De Centrale Bank van Suriname trok de portemonnee voor monetaire financiering. De kasreserves van de algemene banken werden misbruikt voor ‘aardappelen en uien’. Toen restten slechts draconische maatregelen om de koers van de SRD te stabiliseren. Met de Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren, vol geboden en verboden, werd geprobeerd de waarde van de SRD te reguleren. Dat is natuurlijk volkomen onzinnig, omdat zo’n wet een vruchtbare voedingsbodem vormt voor een lucratieve zwarte markt en de belastingbetaler uiteindelijk de prijs betaalt voor het kunstmatig hooghouden van de waarde van de SRD.

Een zucht van verlichting klonk in Suriname toen de VHP in 2020 de verkiezing won. Chan Santokhi, die tegen de inzet van het IMF ageerde en de ‘valutawet’ verafschuwde, zou het als president aanmerkelijk beter doen, maar dat valt bitter tegen. Veel artikelen die ik destijds over de regering-Bouterse schreef, zijn met een paar kleine wijzigingen op de regering-Santokhi van toepassing. Het aantal schandalen van de huidige regering is niet meer op de vingers van één hand te tellen. Daar zijn beide handen van alle leden van een groot gezin voor nodig. De huidige regering is toch met het IMF in zee gegaan en maakt er net als de vorige regering een potje van. Afspraken met het IMF worden niet nagekomen, waardoor de bevoorschotting van het IMF uitblijft. De waarde van de SRD is in een jaar tijd geduikeld van ongeveer 22 in een euro naar ruim 40 nu.

Hoe komt het toch dat ook deze regering niet in staat lijkt om de problemen in Suriname structureel op te lossen? De financieel-economische en monetaire chaos in Suriname is enorm. Dat heeft natuurlijk tot gevolg dat er geen enkel fundamenteel draagvlak is voor de SRD die rap in waarde daalt. Wat de regering zou moeten doen is de oorzaken aanpakken, maar wat de regering – net als de vorige – doet is de symptomen bestrijden. President Santokhi heeft een pakket van maatregelen aangekondigd dat tot doel heeft de waardedaling van de SRD te beteugelen, rust op de valutamarkt te brengen en hier en daar de inkomsten wat te verhogen.

Een task force onder leiding van het OM moet de illegale cambio’s aanpakken, maar dat stabiliseert de waarde van de SRD niet. Bovendien had dit allang onder de bestaande regels moeten gebeuren. Hoeveel commissies, teams, groepen en task forces heeft de president inmiddels ingesteld? Je hoort er nooit meer wat van. De president bemoeit zich met zijn maatregelen ook met het werkterrein van de Centrale Bank van Suriname, zoals het monetaire beleid en verhoging van de kasreserves, maar dat is ten strengste verboden en tast de onafhankelijkheid en integriteit van de Centrale Bank aan. De president introduceert talloze bureaucratische regels om de valutahandel efficiënter te maken en lijkt zich niet te realiseren dat vrije handel zonder regels – hoewel misschien niet ideaal – het meest efficiënt is. Voor allerlei aankopen van vreemde valuta moeten bedrijven en particulieren documenten overleggen, waaruit blijkt waarvoor zij deze vreemde valuta nodig hebben. De retentieregeling, waarbij exporteurs 35% van hun inkomsten in vreemde valuta tegen een door de Centrale Bank vastgestelde koers moeten aanbieden – blijft gehandhaafd. Ook dat zal allemaal geen positieve invloed hebben op de waarde van de SRD maar wel op de omzet en winstgevendheid van de spoedig florerende illegale valutahandel.

In plaats van symptomen bestrijden zou de regering de echte oorzaken van de zwakke SRD moeten aanpakken, maar dit zijn helaas de problemen waar geen enkele Surinaamse regering de vingers aan lijkt te willen branden. Ik noem de belangrijkste. De Surinaamse consumptie-economie levert te weinig productie, export en vreemde valuta op. Het gerommel met maatregelen in de marge levert niets op zolang ongeveer 10% van de gehele bevolking van de overheid een salaris ontvangt. Dat is een absurd hoog percentage. Het gros van deze mensen presteert weinig tot niets en levert geen economische bijdrage. De overheid moet serieus werk maken van het laten afvloeien van ten minste de helft van deze mensen, maar waarschijnlijk is meer mogelijk, en het privatiseren of liquideren van alle onrendabele en overbodige staatsbedrijven. De mensen die daardoor beschikbaar komen zullen hun best moeten doen om productief werk te leveren.

Een groot deel van de bedrijvigheid in Suriname is illegaal en niet onderworpen aan (voldoende) heffingen en belastingen. Daardoor loopt de overheid veel inkomsten mis. De overheid zou vol moeten inzetten op bestrijding van de parallelle economie, volledige inning van royalty’s, belastingen, accijnzen en andere heffingen. Het ondernemen zonder de benodigde vergunningen of zonder de verplichte afdrachten aan de overheid te doen, moet streng worden vervolgd en bestraft, ook wanneer het bevriende relaties en collega-bewindspersonen betreft. Ik realiseer mij dat dit niet zal lukken zonder de Surinaamse overheid en het Surinaamse bedrijfsleven uit de greep van een groep invloedrijke personen los te weken. De verwevenheid van de onderwereld en de bovenwereld is (te) groot.

Ik moet er helaas bij herhaling op wijzen dat de waarde van een nationale munt vooral wordt geschraagd door het vertrouwen in en de financiële positie van de Centrale Bank van Suriname. Het vertrouwen is nihil en de financiële positie is beroerd. De Centrale Bank van Suriname heeft nauwelijks deviezenreserves. Tegenover de buitenlandse waarden staan grote schulden aan de algemene banken vanwege de gestolen kasreserves. De monetaire financiering heeft geleid tot oninbare vorderingen op de Staat van astronomische proporties. De opgelopen verliezen van de Centrale Bank zijn kolossaal. De kasreserves in vreemde valuta van de algemene banken zijn door de aankopen van ‘aardappelen en uien’ omgezet in vorderingen in SRD op de Staat. Dat heeft door de waardedaling van de SRD tot zeer grote valutakoersverliezen geleid. Anderzijds hebben de dwaze ‘omo’s’ – waarbij banken tegen extreem hoge rentes deposito’s bij de Centrale Bank kunnen plaatsen – tot enorme rentelasten geleid. De geaccumuleerde verliezen zijn ook als vordering op de Staat geboekt. De Centrale Bank is financieel een lege huls. Dat is geen goed fundament voor de SRD.

De waardedaling van de SRD gaat door wanneer de regering niet de goede maatregelen neemt, maar alleen maatregelen om de symptomen te bestrijden. Wanneer de regering-Santokhi koppig blijft gaan we voor vijftig, maar waarschijnlijk dit jaar voor nog meer.

Gepubliceerd in Dagblad Suriname