24 februari 2020, leestijd 2 minuten
Terwijl Nederland de Dutch desease door de gaswinning achter zich laat, lijkt een resistente vorm hiervan te zijn achtergebleven in Suriname. Of komt de besmetting uit Venezuela? Marla Dukharan, econoom gespecialiseerd in het Caribische gebied en chief economist van het fintech bedrijf Bitt Inc., beschrijft de ontwikkelingen in Suriname in een column.
De beleidskeuzes die hebben geleid tot de huidige chronische aandoeningen van Suriname, zijn vergelijkbaar met die van Venezuela. De staatschuld stijgt, de geldhoeveelheid neemt toe, de Surinaamse dollar is overgewaardeerd, de zwarte markt voor valutatransacties floreert en de deviezenreserves slinken. Zoals in Venezuela, blijkt uit de snelle groei van de geldhoeveelheid bij toenemende begrotingstekorten, dat de Centrale Bank van Suriname de overheid financiert. Het tempo van groei van de geldhoeveelheid sprong van 37% op jaarbasis in maart 2019 naar 96% op jaarbasis in november 2019. Vanwege de komende verkiezingen is begrotingsdiscipline waarschijnlijk geen prioriteit, dus de geldpersen zullen vermoedelijk doordraaien.
De recente geschiedenis laat zien dat een USD-koers op de zwarte markt die 20% boven de officiële wisselkoers ligt, leidt tot een devaluatie – maar pas na de verkiezingen – gevolgd door hoge inflatie. Het verschil is nu zo’n 30%. De verhouding tussen de geldhoeveelheid en deviezenreserves ging in november 17 SRD per USD te boven, bij een officiële wisselkoers van 7,5 SRD per USD. Deze beide gegevens tonen de significante en toenemende druk op de wisselkoers aan.
De bruto staatsschuld nam in september 2019 met USD 160,3 miljoen toe ten opzichte van een jaar ervoor, omdat de schuld aan China in het eerste halfjaar van 2019 met 10% steeg. Niet verwonderlijk, omdat China de grootste geldschieter van Suriname is, goed voor 86% van de staatsschuld, weer evenals Venezuela. De Nationale Assemblée heeft in november ingestemd met verhoging van de staatsschuld naar 95% van het bruto binnenlands product (bbp). Fitch Ratings schatte dat de staatsschuld in september 2019 al 78% van het bbp bereikte.
En dan is daar de centrale bank. Afgezien van de verdubbeling van de geldhoeveelheid in ongeveer een jaar om de overheidsuitgaven te financieren, wijzen recente berichten op schokkende gebeurtenissen bij de centrale bank, met grotendeels medeplichtige en derhalve nalatige algemene banken waarin de overheid belangen heeft. De governor vertrekt binnen een jaar na zijn aanstelling. Uit dit alles blijkt dat de centrale bank als instelling dringend versterking nodig heeft. Maar de noodzakelijke ingrepen en aanpassingen worden steeds minder waarschijnlijk, gelet op de aanstaande verkiezingen en de kans dat een crisis in de betalingsbalans wordt vertraagd door de recente vondst van een ‘onbekende’ hoeveelheid olie, wat op zichzelf al verdacht is.
Al deze ontwikkelingen duiden erop dat Suriname op een Venezuela-achtig pad is geraakt van niet-transparant en breed macro-economisch wanbeleid en achteruitgang, ondersteund door falen van haar instellingen. Geen enkele hoeveelheid olie kan dat goedmaken.
Gepubliceerd in De West