3 juni 2021, leestijd 2 minuten
De Republiek Suriname heeft een onverantwoord hoge staatsschuld opgebouwd door verkwistend beleid en onverantwoord leengedrag van de vorige regering. Nadat de huidige regering niet de contractueel verplichte betalingen op de via Oppenheimer geplaatste obligatieleningen kon voldoen, zijn onderhandelingen gestart over herstructurering van de schuld. Dat wil zeggen dat wordt nagegaan hoe de lasten voor Suriname kunnen worden verminderd door uitstel van betaling, lagere rente of kwijtschelding van een deel van de schuld. De problemen zijn zo groot dat Suriname van alle drie de mogelijkheden gebruik wil maken.
Afgelopen woensdag werd bekend dat de Surinaamse regering heeft voorgesteld aan de houders van de USD 125 miljoen obligatie die in 2023 vervalt en de USD 550 miljoen obligatie die in 2026 vervalt, slechts 30% uit te betalen van de hoofdsom en achterstallige rente die hen toekomt. Deze beleggers zouden dan worden geconfronteerd met een verlies van maar liefst 70% op hun beleggingen. Tijdens zijn toelichting op het voorstel, zei minister Achaibersing van Financiƫn en Planning dat het nog te vroeg is om rekening te houden met de recente olievondsten voor de kust van Suriname. De opbrengsten daarvan zijn nog te onzeker en liggen te ver in de toekomst om deze nu al in de begrotingen mee te nemen.
Niet alleen vraagt de Surinaamse regering de beleggers om een flink verlies te nemen op hun beleggingen, maar ook om langer te wachten op hun geld en in te stemmen met een lagere rente. De regering wil de huidige obligaties vervangen door een nieuwe obligatie die pas in 2029 afloopt. De rente van 9,875% respectievelijk 9,25% zou fors moeten worden verlaagd naar 4% tot 1 juni 2025, daarna 5% tot 1 juni 2028 en daarna 6% tot 1 juni 2029. Andere schuldeisers van Suriname is gevraagd om genoegen te nemen met een kwijtschelding van 30% van de schuld van Suriname en de aflossingen uit te smeren over de periode tot 1 juni 2046.
Om beleid van gebalanceerde en inclusieve groei te kunnen ontplooien, is het nodig volgens de Surinaamse regering om de staatsschuld duurzaam te maken. Dit is tevens een van de belangrijkste doelen binnen het programma dat het IMF ondersteunt, zegt Achaibersing. De obligatiehouders stemden in april dit jaar in met uitstel van betaling maar mopperden later dat zij onvoldoende betrokken waren bij de gesprekken met het IMF over het programma voor USD 690 miljoen ondersteuning.
Gepubliceerd in De West