Geluk of wijsheid?
17 januari 2024, leestijd 5 minuten
De waarde van de Surinaamse dollar schommelt al een halfjaar rond 40 in een euro. Dat is goed nieuws. Een stabiele koers schept rust en vertrouwen, omdat burgers en bedrijven weten waar zij aan toe zijn. Er is geen noodzaak om te vluchten in valuta of de SRD zo snel mogelijk van de hand te doen. De waarde van bezittingen in SRD, zoals spaargeld en pensioenrechten, blijft in stand. Is dit het gevolg van verstandig beleid of meer geluk dan wijsheid? We zullen het nooit weten.
De koers van de SRD is lang kunstmatig in stand gehouden, in feite gemanipuleerd. Een kat in het nauw maakt rare sprongen. Wanneer de waarde van een munt niet met goed beleid op peil gehouden wordt, passen sommige regeringen en centrale banken noodgrepen toe. Dat kost veel geld, waarvoor de belastingbetaler opdraait. Uiteindelijk haalt het niets uit omdat op zeker moment een devaluatie onvermijdelijk wordt. Tot eind september 2020 was de waarde van de euro gelijk aan bijna 9 SRD. Daarna werd dit bijgesteld naar ongeveer 17 SRD. Toen medio 2021 de koers van de SRD werd vrijgegeven, daalde de waarde naar zo’n 25 in een euro. Er trad eerst enig herstel op, maar vanaf mei 2023 daalde de waarde geleidelijk verder naar ruim 43 in euro. Medio 2023 was een omslagpunt. De waarde van de SRD herstelde gering en schommelt inmiddels rond 40 in een euro.
Er zijn veel aspecten van invloed op de waarde van de munt, die alle het vertrouwen in de munt in zekere, onvoorspelbare, mate beïnvloeden. Hoe draait de economie? Hoe staan de overheidsfinanciën ervoor? Heeft de centrale bank voldoende dekking voor de nationale munt in de vorm van goud en deviezen? Hoeveel geld is in omloop? Vertrouwen in een munt is een soort kip en ei verhaal. Surinaamse regeringen smeekten burgers in het verleden om toch vooral vertrouwen te hebben in de nationale munt, maar zo werkt het niet. Wanneer de munt wordt vertrouwd draagt dat bij aan een stabiele waarde, maar het is toch vooral een stabiele waarde van de munt die burgers en bedrijven vertrouwen geeft.
De Surinaamse economie lijkt een beetje te herstellen. Soms lezen we over gering positieve ontwikkelingen en verbeterende ratio’s en kengetallen. Ook het IMF is gematigd enthousiast, hoewel de politieke beleefdheden van dit fonds door de Surinaamse overheid en media onrealistisch worden uitvergroot. Het opheffen van de junkstatus van Suriname door kredietbeoordelaars werd gepresenteerd alsof Suriname nu een betrouwbare handelspartner is. Zover is het nog niet. Er moet nog veel gebeuren om echt te kunnen spreken van een opbloeiende economie.
Enkele successen bij de herstructurering van de staatsschuld zullen bijgedragen hebben aan stabilisatie van de koers, hoewel deze successen gerelativeerd moeten worden. De houders van de staatsobligaties worden royaal gecompenseerd voor hun inschikkelijkheid, wanneer de olieopbrengsten voor de kust goed zijn. De kans bestaat dat zij meer opbrengsten genereren dan met de oorspronkelijke obligatielening vóór de herstructurering. De Chinese schuldeisers zijn nog niet akkoord met de voorstellen die hen zijn gedaan. Het zal nog niet eenvoudig zijn om deze Chinese partijen mee te krijgen met de coulance die anderen inmiddels wel hebben betracht.
Een sluitende staatsbegroting draagt zonder meer bij aan vertrouwen in de economie en de nationale munt. Ondanks alle toezeggingen daartoe, lukt het de regering maar niet om een begroting op te stellen die ook maar enigszins in de buurt komt van een sluitend geheel. De Ontwerpwet Staatsbegroting 2024, die natuurlijk al voor jaareinde 2023 behandeld en aangenomen had moeten zijn, staat nog op de agenda van De Nationale Assemblée. De begrote inkomsten bedragen 42 miljard SRD, de begrote uitgaven 60 miljard SRD. Het gapende gat tussen begrote inkomsten en uitgaven is een kollossale 18 miljard SRD. Om dit begrotingstekort te verhullen neemt de regering – in weerwil van alle kritiek die hierop al jaren wordt geuit – zo’n 11 miljard SRD aan leningen op onder de inkomsten. Hierdoor lijkt het begrotingstekort ten onrechte slechts 7 miljard SRD, nog steeds een veel te hoog bedrag.
Een regering die streeft naar reductie van de staatsschuld, zou een begrotingsoverschot moeten hebben, dus meer inkomsten dan uitgaven. De overheidsfinanciën komen natuurlijk nooit op orde wanneer de regering de olifanten in de kamer niet ziet: het kollossale en inefficiënte ambtenarenapparaat, waarvan vermoedelijk zeker de helft kan afvloeien, subsidiëring van verlieslatende overheidsbedrijven en parastatalen vol nepotisme en geregelde benoemingen, en de omvangrijke corruptie en parallelle economie die tot derving van belastinginkomsten leidt.
De Centrale Bank van Suriname lijkt een redelijke dekking te hebben voor de nationale munt in de vorm van goud en deviezen. Men pocht hiermee de importen van enkele maanden te kunnen financieren. Wat daarbij uit het oog wordt verloren is dat dit niet het geld van de Centrale Bank is. Een groot deel van de deviezen bestaat uit de tegoeden die de algemene banken als kasreserve verplicht dienen aan te houden bij de Centrale Bank. Destijds zijn deze middelen onder valse voorwendselen aan de algemene banken ontfutseld en misbruikt. De activazijde van de balans van de Centrale Bank ziet er fraai uit, maar ieder die de passivazijde van de balans begrijpt, weet dat sprake is van window dressing.
De Centrale Bank is de hoeder van de waarde van de SRD. Al geruime tijd volgt zij slaafs de instrumenten uit de leerboekjes van het IMF en tracht met dure openmarktoperaties (OMO’s) de geldmarkt af te romen. Dit blijkt niet het gewenste effect te hebben, zeker niet op de rentetarieven die de algemene banken hanteren en waarschijnlijk beperkt op de waarde van de SRD. Het belangrijkste effect van de OMO’s is dat de algemene banken er zeer goed aan verdienen en de Centrale Bank enorme verliezen maakt. Probleem voor de Centrale Bank is dat een groot deel van de geldstromen in SRD buiten haar zicht blijft door de grote parallelle economie en de hoeveelheid geld die in het criminele circuit omgaat. De Centrale Bank kan dit eenvoudigweg niet weten en beïnvloeden. Grote koersverliezen op de kasreserves van banken en de absurd hoge rente op OMO’s, hebben geleid tot miljardenverliezen voor de Centrale Bank en een groot negatief eigen vermogen. Dat zal de overheid ooit een keer moeten aanzuiveren.
De koers van de SRD is al enige tijd stabiel. Dat is vermoedelijk het gevolg van een beetje geluk en een beetje wijsheid. Nu moet de regering werken aan de ingrijpende veranderingen die nog steeds nodig zijn – de taboes waar geen enkele regering de vingers aan durfde te branden – zonder zich blind te staren op toekomstige olieopbrengsten als panacee. Een beetje geluk daarbij is mooi meegenomen, maar de regering moet het vooral hebben van verstandig beleid en wijsheid.
Gepubliceerd in De West