Staatsbegroting 2023

16 februari 2023, leestijd 4 minuten

Het Surinaamse parlement, De Nationale Assemblée, is op maandag 13 februari 2023 begonnen met de behandeling van de Ontwerp Wet Staatsbegroting 2013. De eerste versie van de Ontwerp Wet is 29 september 2022 ingediend. Het is inmiddels medio februari 2023, er is in dit jaar al anderhalve maand voorbij, maar in Suriname moet de begroting voor het lopende kalenderjaar nog door het parlement worden behandeld en goedgekeurd. Ik maak uit de berichtgeving op dat de debatten er stevig aan toe gaan en dat leden van de oppositie maar ook van coalitiepartijen aanpassingen in de begroting vereisen.

Het lijvige document van ruim 700 pagina’s bevat heel veel, dikwijls onbelangrijke details en weinig inzichtelijke, samengevatte gegevens. Het is daarom lastig te lezen. Ik zou bijvoorbeeld willen weten hoeveel personen op de loonlijst van de overheid staan en welke andere interessante geaggregeerde gegevens er zijn. Dat is niet eenvoudig uit het stuk af te leiden omdat de hoofdstukken per ministerie, directoraat en staatsorgaan zijn opgesteld. De structuur en opmaak zijn heel knullig. Allerlei opmaakprofielen, tabellen, lettertypes en lettergroottes worden door elkaar gebruikt. Irrelevante details en grote lijnen lopen door elkaar. Mijn neefje op de lagere school maakt fraaiere en beter toegankelijke stukken.

De regering begroot in de eerste versie van de Ontwerp Wet SRD 37,25 miljard lasten en SRD 33,95 miljard baten. Het tekort van SRD 3,29 miljard is 3,3% van het Bruto Binnenlands Product van SRD 99,29 miljard. Wanneer je iets beter naar de cijfers kijkt, blijkt hier niets van de kloppen. In de baten is ook (weer) een bedrag van SRD 7,87 miljard aan trekkingen op leningen opgenomen. Die horen niet in de begroting thuis voor de bepaling van het begrotingstekort. De werkelijke baten zijn dus slechts SRD 26,1 miljard ‘in stede van’ SRD 33,95 miljard. Het tekort van SRD 11,16 miljard is maar liefst 11,2% van het Bruto Binnenlands Product. Van de lasten bestaat 36,9% uit rente en aflossingen, door de hoge Staatsschuld.

De meest opmerkelijke details staan wat verderop in het stuk. Het Kabinet van de President heeft kennelijk veel werk en grote verantwoordelijkheden. Hier werken 2.324 medewerkers. De vicepresident moet het met minder doen. Bij zijn kabinet werken slechts 362 medewerkers. Ter illustratie (inderdaad, ik vergelijk ijsappels met peren): Bij het Nederlandse Ministerie van Algemene Zaken werken 450 medewerkers, bij het Kabinet van de Minister-President 44.

Inmiddels is de Nota van Wijzigingen in behandeling genomen. Het is jammer dat in het stuk niet de essentie van de wijzigingen wordt weergegeven. Je moet je door alle (inmiddels) 783 pagina’s worstelen om die te doorgronden. De begrote lasten zijn verhoogd van SRD 37,25 miljard naar SRD 51,94 miljard, de begrote baten van SRD 33,95 miljard naar SRD 47,81 miljard. Veel verhogingen worden verklaard door de geldontwaarding sinds de indiening van de Ontwerp Wet in september 2022. Er is ook, zonder duidelijke toelichting, een forse kostenpost van SRD 6,7 miljard toegevoegd onder de kop ‘Ontwikkelingsfinanciering’. Het Bruto Binnenlands Product is bijgesteld van SRD 99,29 naar SRD 119,88 miljard. Dit zou volgens de zienswijze van de regering resulteren in een begrotingstekort van 3,4% van het Bruto Binnenlands Product. Bijdragen van derden als ontwikkelingsfinanciering en begrotingssteun zijn evenwel gewoon leningen en moeten ook zo benoemd worden. Tezamen met de trekkingen op leningen bedragen deze SRD 17,15 miljard. Het bedrag aan echte baten is dus SRD 30,66 miljard, het begrotingstekort SRD 21,28 miljard. Dat is 17,7% van het Bruto Binnenlands Product! Door de hoger begrote uitgaven maken de rente en aflossingen hiervan nog ‘maar’ 29,8% van uit. 

In het stuk wordt ook vermeld dat de Staat weinig opbrengsten uit de bancaire deelnemingen kan verwachten. Hakrinbank mag geen dividend uitkeren vanwege een vermogenstekort. DSB heeft eind 2019 zelfs een negatief eigen vermogen van SRD 138 miljoen. Hierbij wordt toegelicht: “De correcties die zijn uitgevoerd in het kader van de conversie naar IFRS is (sic) medebepalend geweest voor dit bedrag.” Naar mijn mening is niet IFRS de schuld van het negatief eigen vermogen maar wordt dit veroorzaakt door de verliezen die de bank heeft gemaakt. Het verlies van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) over de jaren 2016 en 2017 bedraagt volgens de concept wet per 31 december 2018 SRD 549 miljoen. De verliezen worden aan de vorderingen op de Staat toegevoegd en niet ten laste van de reserves gebracht. 

De concept wet verzuimt een belangrijk detail te vermelden. De CBvS rapporteerde in haar jaarverslag over 2019 dat de gecumuleerde verliezen over 2015 tot en met 2021 (ten dele nog niet door de accountant gecontroleerd) naar verwachting SRD 4,89 miljard zijn. Ik verwacht dat de CBvS ook in 2022 een groot verlies zal lijden door de ondoordachte Open Markt Operaties die tot zeer grote rentebetalingen aan de algemene banken leiden. Omdat de centrale bank geen verlies zou mogen maken heeft men, heel creatief, besloten om de verliezen als vordering op de Staat op te nemen. Het is mij een groot raadsel hoe de regering in de Ontwerp Wet kan vermelden dat door prudentieel beleid de winst met 25% zal groeien en er reeds in dienstjaar 2023 door de CBvS ruim SRD 30 miljoen winst kan worden uitgekeerd. 

De CBvS poetst de kolossale miljardenverliezen weg als vordering op de Staat en de Staat financiert daarmee de winstuitkeringen door de Centrale Bank van Suriname. Het moet echt niet gekker worden. Hoe gaat de Staat ooit de miljardenschulden aan de failliete CBvS aflossen? Volgens de weekbalans van 10 februari 2023 bedragen de voorschotten aan de Staat SRD 1,5 miljard en de geconsolideerde Staatsschuld SRD 8,5 miljard, tezamen SRD 10 miljard. Gelukkig wordt de CBvS overeind gehouden door de gestolen kasreserves van de algemene banken.

De Ontwerp Wet Staatsbegroting 2013 laat zien dat de financieel-economisch en monetaire situatie in Suriname nog zeer slecht is. Het begrotingstekort is bijna 18% van het Bruto Binnenlands Product. Het meeste geld gaat op aan salarissen voor het veel te grote ambtenarenapparaat en betaling van rente en aflossing van leningen. Het kunnen nog stevige debatten worden in De Nationale Assemblée, met drie parlementariërs minder in de coalitie.

Gepubliceerd in De West

https://www.dna.sr/wetgeving/ontwerpwetten-bij-dna/in-behandeling/ontwerp-staatsbegroting-2023/