Crisis- en Herstelplan 2020-2022
16 januari 2021, leestijd 5 minuten
Minister van Financiën en Planning, Armand Achaibersing, overhandigde na zijn nieuwjaarrede het Crisis- en Herstelplan 2020-2022 aan de voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname, Winston Ramautarsing. Het document biedt een huiveringwekkende terugblik op de chaos die de vorige regering heeft gecreëerd en een hoopgevend overzicht van de voornemens van de huidige regering om Suriname een betere toekomst te bezorgen.
De regering-Santokhi kan niet voldoende benadrukken welke financieel-economische en monetaire ravage van 2010 tot 2020 is aangericht, hoe vervelend de oppositie dat ook vindt. In het tweede decennium van deze eeuw werd de levensstandaard van de Surinaamse bevolking door de overheid ondersteund door ongebreideld te lenen en te subsidiëren. Er kan onmogelijk van de huidige regering worden verlangd dat op korte termijn de koopkracht verbetert, de prijzen dalen en de waarde van de SRD stabiliseert. Eerst moeten andere problemen worden opgelost. Het Crisis- en Herstelplan geeft daar goed inzicht in.
De schuldenlast van Suriname is ondragelijk, de bauxietsector is teloorgegaan, de bananensector is in grote problemen, het overheidsapparaat is flink uitgebreid zonder verbetering van de dienstverlening, en de samenleving wordt getroffen door de COVID-19-pandemie. Om de nadelige gevolgen op te vangen en te verhullen, is de vorige regering zeer veel gaan lenen en stelde betalingen van rekeningen voor geleverde diensten uit. Daardoor leek het voor de burgers dat er weinig aan de hand was. Vlak voor en na de verkiezingen in mei 2020 werden staatseigendommen vernietigd of ontvreemd. Belangrijke documenten en informatie ontbreken. Kort voor de verkiezingen werden nog eens duizenden personen bij de overheid aangesteld om stemmen te winnen.
De regering tracht met het Crisis- en Herstelplan de economie en de overheidsfinanciën te herstellen als aanzet naar duurzame groei. Daarvoor is op korte termijn de hulp van internationale financiële instellingen, zoals het IMF en de Wereldbank, noodzakelijk. De voorgestelde maatregelen zijn voorgelegd aan en becommentarieerd door de Staatsraad en de Sociaal Economische Raad, om maatschappelijk draagvlak te verwerven, waaronder dat van de vakbeweging en het bedrijfsleven. De SER dringt erop aan dat de overheid haar eigen uitgaven meer en sneller terugbrengt en minder afwentelt op de burgers. De adviezen zijn zoveel mogelijk in het plan verwerkt.
De kern van het probleem is de staatsschuld. De verschuldigde rente en aflossing bedragen circa 80% van de inkomsten van de overheid, die daardoor de ambtenaren slechts gedeeltelijk kan betalen en geen goederen en diensten kan inkopen. De staatsschuld kan alleen worden verminderd door de uitgaven van de overheid te verlagen en de inkomsten te verhogen. Het laatste betekent dat de opbrengsten uit directe en indirecte belastingen, en de overige inkomsten moeten worden verhoogd. Dat gaat de meeste burgers en ondernemingen als belastingbetalers raken. Daarenboven wordt Suriname geconfronteerd met uitverkoop van hulpbronnen aan buitenlandse bedrijven en leeggeplunderde overheidsinstellingen en parastatale bedrijven, waaronder de Centrale Bank van Suriname.
In het Crisis- en Herstelplan wordt nog eens bevestigd dat de voormalig minister van Financiën het parlement onjuist informeerde over de deviezenreserves van de Centrale Bank van Suriname. Hij deed het voorkomen alsof de kasreserves in vreemde valuta van de algemene banken die bij de centrale bank zijn ondergebracht, tot de deviezenreserves kunnen worden gerekend. Dat is onjuist omdat hiertegenover schulden aan de algemene banken staan. De deviezenreserves zijn al enige tijd vrijwel nihil.
Elke olievondst voor de kust van Suriname wordt met groot enthousiasme begroet. Toch is het verstandig om daarbij te bedenken dat het onzeker is of en wanneer deze olie rendabel kan worden gewonnen. Wanneer de olieprijzen zich stabiliseren op een laag niveau, dan zijn de olievondsten waardeloos. Goud is inmiddels het belangrijkste exportproduct geworden en olie staat op de tweede plaats. Doordat de exportwaarde van goud steeg naar bijna 80% van de export in 2019, is Suriname te afhankelijk geworden van slechts één exportproduct. Prijsschommelingen hebben dan een grote invloed op de lokale economie.
De begrotingstekorten kennen drie belangrijke oorzaken. De nominale uitgaven voor lonen en salarissen verdubbelden in vijf jaar en vormen circa een derde van de lopende uitgaven. Er zijn duizenden personen in dienst genomen, in 2020 alleen al ruim vijfduizend, en zonder onderbouwing zijn hogere salarissen toegekend. De tweede oorzaak is de structurele verhoging van subsidiëring van producten en diensten waarvoor burgers minder dan de kostprijs betalen. De subsidies vormen inmiddels bijna de helft van de lopende uitgaven. De meeste subsidie gaat naar EBS, dat zeer inefficiënt werkt. Stroomtarieven in de omliggende landen zijn tot tienmaal hoger dan in Suriname. Dat leidt ook tot verspilling. De regering wil de tarieven verhogen en daarbij financieel zwakke gezinnen ontzien door hen een korting op de tarieven te geven. Naar mijn mening heeft het de voorkeur om geen fraudegevoelige inkomenspolitiek te bedrijven met deze tarieven en na te gaan of directe inkomensondersteuning mogelijk is, bijvoorbeeld door lagere belastingtarieven voor de laagste inkomens. De derde oorzaak van de begrotingstekorten is de verdrievoudiging van de rentelasten door de toename van de schulden. De vorige regering leende geld om salarissen te kunnen betalen.
Het Crisis- en Herstelplan bevat initiatieven op de volgende beleidsterreinen. Met maatregelen op monetair terrein moet de waarde van de Surinaamse munt worden gestabiliseerd en de toegang tot het girale bancaire systeem en investeringskapitaal voor burgers en ondernemers worden verbeterd. Het begrotingsbeleid moet leiden tot het saneren van de overheidsuitgaven en het genereren van extra inkomsten met een goede mix van directe en indirecte belastingen en niet-belastinginkomsten. Stimulering van de reële sector moet leiden tot bevordering van productie en export, met een positief effect op de inkomsten van de overheid en de deviezenreserves. De werkgelegenheid en bedrijvigheid moeten toenemen. Suriname moet een aantrekkelijk land worden om in te ondernemen.
De regering moet de inspanningen op sociaal gebied ontwikkelen. Er zijn maatregelen nodig om armoede en koopkrachtverlies te bestrijden met een sociaal vangnet voor de meest kwetsbare groepen. De regering wil het subsidiebeleid verbeteren door personen die daar aanspraak op maken rechtstreeks te ondersteunen. Zoals ik eerder schreef gaat mijn voorkeur uit naar goed inkomensbeleid. De regering wil voorts de solidariteit en maatschappelijke betrokkenheid bevorderen. De uitvoering van het beleid is de verantwoordelijkheid van de overheid. De regering vindt het noodzakelijk om de overheid te herstructureren, waardoor deze doelmatig en effectief functioneert. Instituten moeten worden versterkt en goed bestuur moet worden bevorderd, zodat een stimulerend, inspirerend en corruptievrij omgevingsklimaat ontstaat.
Het Crisis- en Herstelplan is een plan van het ministerie van Financiën en Planning. Het verdient aanbeveling om vóór publicatie te letten op wie er in de documenteigenschappen van de pdf als auteur wordt vermeld. Het plan is naar mijn mening op het eerste gezicht degelijk en doorwrocht, waarbij de uitgangspunten, voornemens en gevolgen op meerdere wijzen grondig zijn doorgerekend. Minister Achaibersing heeft na zijn nieuwjaarrede de Vereniging van Economisten in Suriname om commentaar op het Crisis- en Herstelplan gevraagd. Het commentaar van deze belangenvereniging van financieel specialisten wordt vanzelfsprekend zeer op prijs gesteld.
Van groter belang nog dan het oordeel van de specialisten, is de mate waarin het volk de plannen van de regering accepteert. Daarvoor is enerzijds vertrouwen nodig. Deze regering pleit volgens het Crisis- en Herstelplan voor ‘het bevorderen van goed bestuur en een stimulerend, inspirerend en corruptievrij omgevingsklimaat’. Dan is het ongepast dat de president en de vicepresident familieleden en vrienden benoemen in functies waarvoor zij niet in aanmerking komen. Deze benoemingen moeten worden teruggedraaid om het vertrouwen van de regering te herstellen. Het zou de regeringsleiders sieren wanneer zij zichzelf luxe privileges ontzeggen. Anderzijds moeten de plannen van de regering voor het volk duidelijk zijn. De regering moet in eenvoudige en voor iedereen begrijpelijke taal uitleggen wat de plannen inhouden en waarom het de nodige tijd vraagt om deze te realiseren.
Gepubliceerd in Dagblad Suriname