23 mei 2021, leestijd 6 minuten
De waarde van de Surinaamse dollar is in een vrije val geraakt. De prijzen in de winkels schieten omhoog. Schappen met buitenlandse producten raken leeg omdat de import stagneert. Winkels en bedrijven ontslaan personeel. Sommige zaken sluiten permanent de deuren. President Chan Santokhi benadrukt dat de regering hard werkt aan verbeteringen. Binnenkort wordt financiële steun van het IMF verwacht. Veel Surinamers zijn daarop tegen omdat dan de broekriem moet worden aangehaald. Zij verwijten het IMF dat het dan nog moeilijker zal worden om uit te komen met het loon. Dat is waar maar het verwijt aan het IMF is niet terecht. Suriname heeft er financieel-economisch een chaos van gemaakt. Het Surinaamse volk moet nu de hoge staatsschuld aflossen. Het IMF geeft alleen hulp als het huishoudboekje op orde is. Suriname mag niet meer geld uitgeven dan er binnenkomt.
De regering heeft het IMF toegezegd het gedrag te verbeteren. De inkomsten uit belastingen en heffingen zullen worden verhoogd. De staatsschuld zal worden teruggebracht naar een acceptabel niveau. Voor de meest kwetsbaren in de samenleving wordt het sociale vangnet verbeterd. Het monetaire beleid zal worden aangescherpt en de koers van de Surinaamse dollar wordt bepaald door marktwerking. Het financiële stelsel zal worden herzien en de noodzakelijke verbetering van het toezicht op banken wordt gerealiseerd. De corruptie zal worden aangepakt, de bestrijding van witwassen en financiering van terrorisme krijgt de nodige aandacht en de toezichts- en controle-instituties worden versterkt.
Dat klinkt mooi maar is niet eenvoudig gerealiseerd. Daar wil de regering naar eigen zeggen open over communiceren. Waar de regering slecht over communiceert zijn de fouten die worden gemaakt. Velen klagen daarover, de fouten en het gebrek aan empathie door lak te hebben aan de kritiek. De regering-Santokhi doet of de klachten aan dovenmansoren zijn gericht en houdt zich van de domme. Dat doet afbreuk aan het vertrouwen dat men had in deze regering. De boodschappen zijn onbetaalbaar, de wegen zijn onbegaanbaar en het land staat op veel plaatsen bij regen onder water. De infrastructuur is verruïneerd. De onrust neemt toe en er wordt geprotesteerd. Nu moet de president zijn leiderschap tonen, maar we horen en zien hem niet. Het blijft oorverdovend stil.
De olifant in de kamer – het onderwerp dat iedereen onderkent maar niemand ter discussie wil stellen omdat het controversieel en politiek riskant is – is het bestaan binnen de republiek Suriname van het koninkrijk Brunswijk. Terwijl de VHP-ministeries aan het cijferen zijn om orde te scheppen in de financieel-economische en monetaire chaos, werken de ABOP-ministeries aan de uitbouw van het Brunswijk-imperium. Door het achterhaalde districtenstelsel behaalde de ABOP bij de verkiezingen acht zetels in De Nationale Assemblée. Bij een evenredig kiesstelsel zou de ABOP met vijf zetels de vierde partij van het land zijn, net achter de NPS met zes zetels. De ABOP heeft de regeringscoalitie nu in een beklemmende greep. Het is de vraag wie daadwerkelijk de baas is in het land.
Minister Diana Pokie van Grond- en Bosbeheer, enkele jaren geleden overgestapt van BEP naar ABOP, vertegenwoordigt de ene ABOP-zetel namens het district Brokopondo. Hoewel de regering-Santokhi zegt transparant te willen zijn, is Diana Pokie de wacht aangezegd en op non-actief gesteld, zonder het geringste bewijs dat zij niet goed zou hebben gefunctioneerd. Een commissie moet dat voor de president onderzoeken. Eén van de vele kinderen van vicepresident Ronnie Brunswijk is directeur bij het ministerie van Grond- en Bosbeheer en tevens voorzitter van de raad van commissarissen van Stichting Bosbeheer en Bostoezicht. De belangen zijn zoals gebruikelijk verstrengeld. Het heeft er alle schijn van dat minister Pokie de wacht is aangezegd omdat zij onvoldoende medewerking verleende aan de ambities van Ronnie Brunswijk. Dit leidt tot spanning tussen de Aucaners van Brunswijk en de Saramaccaners van Pokie, en met het traditioneel gezag in het binnenland.
Regelmatig verschijnen berichten in de nieuwsmedia over benoemingen van Leo Brunswijk, de broer van de vicepresident. De vraag is niet meer bij welke grote onderneming Leo een functie heeft, maar bij welke niet. Als ik het goed heb bijgehouden is hij nu president-commissaris en tevens lid van de directie (gedelegeerd commissaris volgens broer Ronnie) van Energie Bedrijven Suriname, president-commissaris van Staatsolie, lid van de raad van commissarissen van Havenbeheer, lid van de raad van commissarissen van de Surinaamse Luchtvaartmaatschappij en voorzitter van de Stichting Herkeuringen Motorrij- en Voertuigen in Suriname. Leo is er zelf van overtuigd dat het allemaal in de haak is en dat geen sprake is van belangenverstrengeling. De rest van de wereld weet dat dat niet waar is.
Minister Ramdin reageert laconiek en gelaten op de onbeschaamde benoemingen van Leo Brunswijk. Ramdin is tegen deze benoemingen maar hierover zijn afspraken gemaakt tussen Chan Santokhi en Ronnie Brunswijk. Die hebben de buit verdeeld. Volgens Ramdin is wie de coalitiepartijen aanwijzen voor overheidsfuncties daarom een interne aangelegenheid van de partijen waaraan de functies zijn toebedeeld. Kennelijk mag ABOP veel functies bij de parastatale bedrijven verdelen en Ronnie Brunswijk – hij bepaalt alles wat binnen de ABOP gebeurt – zegt Leo, Leo, Leo … Maar zou de regering-Santokhi niet juist een einde maken aan deze partijpolitieke corruptie, de regelarij en het nepotisme? Dat was Santokhi waarschijnlijk alweer vergeten toen hij kort na de inauguratie zijn vrouw al haar mooie functies gaf. Gregory Rusland van de NPS is ook tegen de benoeming van Leo Brunswijk als directeur bij Energie Bedrijven Suriname, maar hij heeft boter op zijn hoofd. Rusland is lid van het parlement en Staatsadviseur en begrijpt niet dat dit ook tot belangenverstrengeling leidt. De problemen in Suriname zitten diep en zijn structureel.
Het IMF heeft eisen gesteld aan het ondersteuningspakket maar had wat mij betreft verder mogen gaan. Naast de typisch financieel-economische en monetaire aspecten had het IMF de regering mogen aanspreken op de privileges, het nepotisme, het cliëntelisme en de olifant in de kamer, het koninkrijk Brunswijk. Voordat het bestuur van het IMF de lening aan Suriname goedkeurt, moet zij nog eens stevig met de president en de vicepresident spreken. Ik help hen graag met wat gespreksonderwerpen.
“Ronnie en Chan, luister noh! Dat herstelplan is goed, maar de realisatie gaat niet lukken zonder het vertrouwen van het volk. Het volk moet flink inleveren, dus het zal voor de mensen niet gemakkelijk worden. Het vertrouwen zijn jullie al grotendeels kwijt maar het is nog niet te laat. Maak zo snel mogelijk duidelijk dat jullie het beste voor hebben met het volk en draai de fouten terug. Wees meer bescheiden, leef eenvoudig, onthoud je van superioriteitsgevoel en arrogantie. Jullie hebben geen privileges maar moeten werken voor het volk.
Ronnie, doe een paar stappen terug. We realiseren ons dat het voor de VHP noodzakelijk was om een coalitie met de ABOP aan te gaan om een nieuwe NDP-regering te voorkomen. Jouw strafblad rust als een zware last op de coalitie omdat je volgens de Surinaamse wet nooit vicepresident had mogen worden. Het is door de vingers gezien. Je beweerde dat je al je zakelijke activiteiten hebt overgedragen maar een overdracht aan familieleden is betekenisloos. Je bent nog steeds een grote ondernemer waarvan niet duidelijk is hoe deze zijn vermogen heeft vergaard. De invloed van de dynastie Brunswijk op de Surinaamse samenleving is groot. Op allerlei hoge posities bij de overheid en grote bedrijven zijn jouw familieleden benoemd. Dat is in een beschaafd land onbestaanbaar. Wanneer je denkt dat dat een privilege is van de vicepresident, dan ben je alleen daarom al niet geschikt voor die functie.
Chan, draai de benoemingen van Mellissa terug. Zij had nooit benoemd mogen worden in al die functies, dat weet je best. Ze is voor de meeste functies niet geschikt en komt er als partner van de president niet voor in aanmerking. Je kunt ook veel minder tijd besteden aan allerlei plichtplegingen bij verjaringen, herdenkingen, openingen en inhuldigingen. Die tijd kan beter worden besteed aan het politieke beleid. En houd eens op met die gekke verkleedpartijen bij religieuze feestdagen. Het is geen carnaval. Chan, je bent de president. Wees selectief in je optredens. Soms moet de president zich laten zien, soms niet. En wanneer je publiekelijk optreedt kan dat best zonder Ronnie. Hij is de vicepresident en hoeft er niet altijd bij te zijn. Er is genoeg werk te doen. Tot slot Chan, luister naar de mensen. Wees niet eigenwijs, ga niet zonder overleg rechtlijnig je eigen gang maar sta open voor kritiek en suggesties. Het land staat in brand en het volk ziet of hoort je niet over de belangrijke onderwerpen. Wees de vader des vaderlands die je pretendeerde te zijn.”
Gepubliceerd in De West