4 april 2020, leestijd 4 minuten
‘Wat een vervelende toestand met dat coronavirus. Er ligt zoveel werk op ons te wachten bij de centrale bank, dat we wel naar kantoor moeten komen. Ik hoop dat we niet door collega’s besmet worden.’
‘Ja, het is een heel precaire situatie. Maar het werk van de centrale bank gaat voor in het landsbelang. We moeten ervoor zorgen dat we weer het vertrouwen en het respect genieten van het volk. Daar moeten we hard aan werken.’
‘Maar de problemen zijn heel groot. Ik weet niet waar we moeten beginnen. Zullen we eerst aan de slag gaan met de jaarrekeningen? We hebben na 2014 geen jaarrekeningen meer gepubliceerd. Het is onkan dat de centrale bank van een land geen inzicht geeft in de cijfers!’
‘Je hebt gelijk, maar we moeten prioriteiten stellen. We kunnen niet alles tegelijk doen. Bovendien zou iedereen dan zien hoe de centrale bank ervoor staat. De centrale bank heeft heel grote verliezen geleden de afgelopen jaren, dus eigenlijk is de bank failliet. Het eigen vermogen is negatief. We kunnen beter wachten tot het weer wat beter gaat voor we de cijfers publiceren.’
‘Denk je dat het binnenkort weer beter gaat? Gaat de centrale bank weer winst maken?’
‘Ik denk het niet. Straks moeten we vreemde valuta kopen en verkopen tegen de officiële koers. Wanneer er niet genoeg vreemde valuta beschikbaar zijn tegen de lage officiële koers, dan moet de centrale bank deze kopen tegen de hoge koers. Dan maakt de centrale bank weer verlies.’
‘Eigenlijk zou de overheid een groot bedrag moeten storten als extra aandelenkapitaal voor de bank. De centrale bank leed enkele jaren terug grote verliezen door valutaswaps om de overheid uit de problemen te helpen. Maar ja, de overheid heeft al het geld alweer opgemaakt en kan de centrale bank helemaal niet helpen.’
‘Je hebt gelijk. De overheid is blut. In veel andere landen hebben de regeringen de afgelopen jaren zuinig gedaan en daardoor reserves opgebouwd. Daarmee kunnen ze nu de economie een steuntje in de rug geven. Dat kan in Suriname niet, want de portemonnee van de overheid is leeg. Suriname kan ook bijna niet meer lenen of tegen heel hoge rente. Trouwens, de minister van Financiën mag nu niet vliegen.’
‘Nou, dan moeten de jaarrekeningen nog maar even wachten. Zal ik dan aan de slag gaan met de nieuwe valutawet? We moeten ervoor zorgen dat we er helemaal klaar voor zijn. Eigenlijk is de wet al van kracht, want de president heeft deze toch al getekend?’
‘Ja, de wet is van kracht maar niet iedereen is er blij mee. De wet is op het allerlaatste moment door de coalitie veranderd en snel aangenomen in De Nationale Assemblée. Nu blijkt achteraf dat het een slechte wet is. De wet is strijdig met andere wetten en belemmert de vrijheid van burgers en bedrijven. Eigenlijk is de wet niet uitvoerbaar. We moeten even afwachten wat er uit de discussie over de wet komt.’
‘Wat raar dat nu pas met alle belanghebbenden over de wet wordt gesproken. Had dat niet voor die tijd moeten gebeuren? Nu zitten we met een wet opgescheept die niet deugt en moeten we deze gaan aanpassen.’
‘Ja, je hebt helemaal gelijk. De coalitie vergeet vaak dat we in een democratie leven en niet in een staat die geregeerd wordt door één partij. Ze hadden ook juridische expertise moeten inschakelen bij de totstandkoming van de wet en deze met alle betrokkenen moeten bespreken vóór de parlementaire behandeling. Onze baas was er ook niet blij mee. Ik ben benieuwd wie zijn brief aan de president heeft gelekt.’
‘Kan ik dan misschien helpen bij het afronden van de overeenkomst met de bankiers over de kasreserves? We zouden toch afspraken maken over hoe we het geld van het volk veilig wegzetten en er niet meer aan zullen komen?’
‘Niet alleen dat. We moeten ook afspreken hoe het geld uit de kasreserves dat is gebruikt voor importen en valuta-aankopen, weer terugkomt in de kasreserves. Een paar van onze collega’s wil dat ook in de overeenkomst wordt opgenomen dat niemand bij de centrale bank kan worden vervolgd voor dit misbruik van de kasreserves. Daar is de procureur-generaal het trouwens niet mee eens. Hij vindt dat dat niet kan.’
‘Ik las het in de krant. Het zou ook wel raar zijn om af te spreken dat je niet strafbaar bent voor een diefstal. Gelukkig heb ik daar niets mee te maken. Zal ik er dan voor zorgen dat onze wekelijkse rapportage goed inzicht geeft in wat de centrale bank zelf aan deviezenreserves heeft?’
‘Doe dat maar niet. Volgens de minister mogen we alle kasreserves van de banken bij onze deviezenreserves tellen. Dan lijkt het nog wat, maar eigenlijk klopt dat niet. Het grootste deel van de tegoeden in vreemde valuta op de balans van de centrale bank zijn de spaargelden van het volk. Die zou je natuurlijk apart moeten houden. De centrale bank heeft zelf helemaal geen deviezenreserves .’
‘Jammer. Ik kan dus niet helpen bij de jaarrekeningen van de centrale bank, de valutawet, de kasreserves en de deviezenreserves. Wat zal ik dan gaan doen?’
‘De centrale bank bestaat op 1 april 2020 alweer 63 jaar. Misschien wil je een mooi plaatje maken over de verjaardag van de centrale bank. Gebruik fraaie kleuren en fleur het plaatje op met blinkend goud en een sterrenhemel, zodat het een chique rijke uitstraling heeft.’
‘Ah, dat is een goed idee! Leuk, dat doe ik graag. Ik maak een mooi plaatje, waarop ook het logo staat en een foto van ons kantoorgebouw. Zal ik het op LinkedIn zetten?’
‘Ja, maar laat het eerst even zien. Wanneer het er mooi uitziet zetten we het op LinkedIn.’
‘Prima, ik ga ermee aan de slag.’
Gepubliceerd in De West