Een dure bestuurscultuur

Werkruimte Kabinet van de President in Nickerie

25 april 2021, leestijd 5 minuten

Suriname is een klein land met een beperkt aantal inwoners. Het landsbestuur zou compact en overzichtelijk kunnen zijn. Dat is niet het geval. Hiervoor zijn meerdere oorzaken, zoals de etnische diversiteit en geografische spreiding van de bevolking en het zelfbestuur van inheemsen en marrons. De belangrijkste oorzaak is de Surinaamse bestuurscultuur die leidt tot een groot aantal omvangrijke instituties waarin zo veel mogelijk personen een functie wordt toebedeeld. 

Volgens de website van de VHP telt het hoofdbestuur van de partij 25 leden, één voorzitter, vijf ondervoorzitters, drie secretarissen en twee penningmeesters. Het kabinet van de regering-Santokhi telt negentien personen, de president, de vicepresident en zeventien ministers. In mei 2020 stemde Suriname bij de verkiezingen voor 51 assembleeleden, 118 districtsraadsleden en 765 ressortraadsleden. De Nationale Assemblée, bestaat uit 51 leden. Suriname is verdeeld in tien districten met in totaal 118 districtsraadsleden. Elk district wordt vertegenwoordigd door een districtsraad. De districten hebben een dagelijks bestuur, bestaande uit een districtscommissaris en gedeputeerden. De districten zijn onderverdeeld in 62 ressorten met in totaal 765 ressortraadsleden. Elk ressort wordt vertegenwoordigd door een ressortraad. Een ressort heeft gemiddeld nog geen 10.000 inwoners. In het binnenland leven mensen in dorpen met tientallen tot honderden inwoners. Het traditioneel gezag bestaat uit dorpshoofden en basja’s die door de dorpsgemeenschap worden gekozen of aangewezen. De dorpen zijn verenigd in de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname. Dorpen hebben zich dikwijls ook op regionaal niveau georganiseerd. 

Zo zijn tenminste 1.000 personen in Suriname actief als volksvertegenwoordiger of openbaar bestuurder. Tel daar hun staf en ambtelijke ondersteuning nog eens bij op. Dit grote aantal suggereert dat sprake is van een hoge mate van inspraak en medezeggenschap, maar dat is niet juist. Er wordt wel veel gesproken en gezegd, maar de bestuurscultuur wordt gekenmerkt door autoritair en solistisch leiderschap. De meeste ondernemingen hebben geen bestuur of directie met een collectieve verantwoordelijkheid, maar een directeur die de baas is en enkele onderdirecteuren zonder statutaire bevoegdheden. Vakbonden en politieke partijen worden geleid door bestuurders die dikwijls te lang de voorzittersrol vervullen, soms hun beste tijd hebben gehad, maar niet uit hun functie ontheven worden. Daarbij speelt ontzag voor ouderen en de hiërarchie een belangrijke rol. Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft bij de stemming over de machtigingswet voor oprichting van de Suriname National & Foreign Investment NV, laten blijken dat hij het stemgedrag bepaalt van de ABOP-parlementariërs. Dat is weinig democratisch.

President Chan Santokhi, vicepresident Ronnie Brunswijk en twee ministers bezochten in april tijdens een eendaags werkbezoek het rijstdistrict Nickerie. Bij die gelegenheid werd een werkruimte voor het Kabinet van de President in gebruik genomen. De president is van plan om de aanwezigheid in de districten op te voeren en de participatie van de plaatselijke gemeenschappen en overheidsstructuren te verhogen en waar nodig te stimuleren. Voor dat doel worden lokale werkruimtes voor het Kabinet van de President ingericht. Het is de bedoeling dat alle districten een dergelijke werkruimte zullen hebben.

Surinamers zijn verbaasd dat een regeringsdelegatie van vier man voor een kort bezoek afreist naar Nickerie, en reageren boos op het plan voor werkruimtes voor het Kabinet van de President in alle districten. Met tien districten zijn er tien gelegenheden om kostbare werkruimtes in gebruik te nemen, om hoge vaste lasten te laten ontstaan en om een groot aantal extra ambtenaren te accommoderen, terwijl in elk district een dagelijks bestuur functioneert, bestaande uit een districtscommissaris, meerdere gedeputeerden en personeel. Zijn zij niet in staat om in het district het werk namens de regering te doen? Uitbreiding met een werkruimte voor het Kabinet van de President zou geldverspilling zijn, terwijl het volk pinaart en honger lijdt. Anderen zijn bevreesd dat de vicepresident ook in elk district gefaciliteerd zal willen worden en dependances van zijn Kabinet zal opzetten. En waarom niet elke minister?

Het Surinaamse overheidsapparaat en de publieke bestuursorganen zijn te groot en onbetaalbaar. Al decennialang is dat bekend en al decennialang roepen verstandige mensen dat daar wat aan gedaan moet worden. De structuur moet eenvoudiger, het aantal personen moet omlaag, de kosten moeten naar beneden, maar al decennia lang worden de structuren complexer, neemt het aantal personen toe en zijn de kosten onbeheersbaar. Ook de regering-Santokhi is zich bewust van de noodzaak om de overheidsuitgaven drastisch te verlagen. Deze bestaan voornamelijk uit salariskosten. De regering durft echter geen concrete uitspraken te doen over de grote aantallen ambtenaren die zullen moeten afvloeien, omdat zij daarmee deze ambtenaren en hun vakbonden tegen de haren in strijkt. In de praktijk worden met gemak extra mensen aangesteld om het werk te doen. Wanneer de Surinaamse overheid een bepaalde klus wil klaren, is het motto niet ‘we gaan aan de slag’, maar wordt een presidentiële commissie ingesteld, worden beleidsadviseurs aangesteld, of wordt een nieuwe vennootschap of een nieuw instituut opgericht. De suggestie om in alle districten een werkruimte voor het Kabinet van de President in gebruik te nemen is daar een mooi voorbeeld van.

Er komen steeds meer krasjes op het blazoen van de regering-Santokhi. Al snel na de inauguratie werden familieleden en vrienden op mooie posities benoemd. Deze benoemingen zijn nog steeds niet teruggedraaid. Over de lange overleggen met Bouterse hulden Santokhi en Brunswijk zich in stilzwijgen. De presidentiële commissie voor het diasporabeleid heeft weinig zinvolle aanbevelingen gedaan. Dat grote sommen geld naar Suriname zullen stromen is een illusie en ook niet gewenst. Ook de presidentiële commissie voor het valutabeleid heeft niet tot het gewenste resultaat geleid. De regering blijft onbeholpen vasthouden aan een gefixeerde koers die de overheid en bedrijven veel geld kost. De president maakte zich ongeloofwaardig door veel aandacht te geven aan religies, en islamitische ambtenaren die vasten een deel van de tijd vrijaf te geven. Een kritische Nederlandse documentaire over de betrokkenheid van Kaloti Mint House en de vicepresident bij vermeende witwaspraktijken rond de goudwinning, leidde slechts tot de suggestie om Kaloti het alleenrecht op de goudexport te ontnemen.

Het volk is ontevreden dat tastbare verbeteringen voorlopig uitblijven. Dat vraagt kennelijk meer tijd. Binnen zijn eigen politieke gelederen roept het gedrag van de president weerstand op. Wanneer hij zou luisteren naar het volk en naar de adviseurs in eigen kring, had hij fouten in zijn beleid kunnen voorkomen. Dan had hij begrepen dat het overdreven is om met een regeringsdelegatie van vier personen naar Nickerie af te reizen, een werkruimte voor het Kabinet van de President in gebruik te nemen en voor te stellen om dat in alle districten te doen. Het openbaar bestuur in Suriname is al duur genoeg.

Gepubliceerd in De West