8 mei 2021, leestijd 5 minuten
Het bestuur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) stemt binnenkort waarschijnlijk in met leningen aan Suriname van in totaal 690 miljoen Amerikaanse dollar. Suriname heeft de steun van het IMF hard nodig, maar het is niet de oplossing voor de problemen waarin het land verkeert. Het biedt wel de ruimte om drastische hervormingen door te voeren om de financieel-economische en monetaire situatie te verbeteren. Het Surinaamse volk moet door een lang en diep dal. Suriname heeft onder de vorige regeringen een relatief luxe leven geleid door veel te lenen en alle reserves op te maken. Nu moet de broekriem worden aangehaald.
Suriname ligt financieel-economisch op de intensive care. Het land is een wanbetaler. Het IMF verstrekt leningen om de pijn te verzachten en vereist dat Suriname gezonder gaat leven. Zonder het IMF kan Suriname niet verder. De leningen worden verstrekt tegen vrij lage rente maar tegen strenge voorwaarden. Volgens het IMF heeft het financieringsprogramma tot doel de basis te leggen voor een sterk, veerkrachtig en inclusief economisch herstel door de armen te beschermen, de inflatie te verlagen, de houdbaarheid van de overheidsschulden te herstellen en te investeren in de toekomst. Het is een onjuiste veronderstelling dat de regering de vrijheid heeft om met de IMF-steun allerlei leuke dingen te doen. Het IMF is streng en zal toezien op naleving van de voorwaarden. In 2016 stopte het IMF de financiering van Suriname omdat toenmalig president Bouterse zich niet aan de voorwaarden hield. Mede daardoor is Suriname aan lager wal geraakt.
Het leek lang redelijk goed te gaan onder Bouterse, maar Suriname leefde op te grote voet en op de pof. Volgens het populistische soldaten-socialisme gaf de regering iedereen wat hij of zij graag wilde hebben, zonder dat er geld voor was. De regering leende bij iedereen geld, en misbruikte de reserves van de Centrale Bank van Suriname en de kasreserves van de algemene banken. Maar, zoals Margaret Thatcher zei: “Het probleem met socialisme is dat uiteindelijk het geld van anderen opraakt.” Mensen worden weleens moe van het terugkijken naar de problemen die de regering-Bouterse heeft veroorzaakt, maar de regering-Santokhi moet dat wel doen omdat goed begrip van de problemen de basis is voor de oplossingen.
De overheidsuitgaven zijn absurd hoog doordat het overheidsapparaat veel te groot en inefficiënt is. Suriname heeft misschien wel tienduizenden ambtenaren en parastatale werknemers te veel in dienst die niets toevoegen. De overheid subsidieert de economie door betaling van ziektekosten en pensioenen en subsidies voor brandstof, elektriciteit en water. Deze kosten zouden natuurlijk gedekt moeten worden uit bijdragen van burgers en bedrijven, die daartoe een toereikend inkomen moeten hebben. Sommige ondernemers hebben ten onrechte vrijstellingen van belastingen of heffingen verkregen en dragen daardoor niet bij aan de overheidskas. De overheid heeft veel inefficiënte of niet goed functionerende staatsbedrijven die geprivatiseerd of ontbonden moeten worden.
De inkomsten van de overheid zijn te laag door de grote parallelle economie. Veel goud en hout wordt illegaal gewonnen en geëxporteerd waardoor de overheid royalty’s en belastingbaten derft. De belastingen op luxegoederen en hoge inkomens zijn te laag. De criminaliteit en de verwevenheid van de onderwereld met de bovenwereld hebben een desastreuze uitwerking op de Surinaamse samenleving. Prominente Surinamers hebben hier vermoedelijk grote belangen bij. Helaas heeft de overgang naar een nieuwe regering nog geen einde gemaakt aan nepotisme, cliëntelisme en privileges die onlosmakelijk met Suriname lijken te zijn verbonden, wie er ook aan de macht is. De private sector doet het niet veel beter. Het bankwezen, deels onder invloed van de overheid, wordt internationaal gewantrouwd. De grootste bank van het land heeft begin mei 2021 de jaarverslagen over 2019 en 2020 nog niet gepubliceerd. De Centrale Bank van Suriname geeft wat dat betreft het ‘goede voorbeeld’.
De noodzakelijke hervormingsmaatregelen zullen in eerste instantie leiden tot nadelen voor het Surinaamse volk, maar dat is onvermijdelijk. De overheidsinkomsten komen grotendeels van het volk, de overheidsuitgaven gaan grotendeels naar het volk. Er groeien geen geldbomen in het land, er zijn geen verborgen schatkisten, en wat teruggehaald kan worden van corrupte lieden is een druppel op de gloeiende plaat. In de komende jaren gaat het volk minder van de overheid ontvangen en meer aan de overheid betalen. Daarvoor is economische ontwikkeling nodig, niet tienduizenden ambtenaren, tientallen bewindslieden en beleidsadviseurs, presidentiële commissies, task forces, kabinetten van de president in de districten, en een administratief beroepsinstituut.
Het IMF benadrukt in haar persbericht drie essentiële maatregelen. De overheid mag niet langer monetair financieren, de begroting moet op orde zijn volgens een goedgekeurd crisis- en herstelplan, en de overheid moet de valutakoers vrijlaten. Vooral het laatste stuit op veel weerstand in Suriname. Men is bang voor een sterke stijging van de koers. Deskundigen verwachten dat het zo’n vaart niet zal lopen en dat de koers zal stijgen naar de straatkoers van ongeveer twintig SRD in een Amerikaanse dollar. De huidige koersschommelingen worden veroorzaakt door partijen die op de vrijmaking van de koers anticiperen. Bij het juiste monetaire beleid en reductie van het aantal SRD’s in omloop, kan de geldontwaarding beheersbaar blijven. De prijzen zullen niettemin eerst omhoog gaan. Wie zich daarover wil beklagen moet zich melden bij de vorige regering, niet de huidige.
Door nu strenge maatregelen te nemen, wordt voorkomen dat de situatie in Suriname verder ontspoort en op die in Venezuela gaat lijken. Daar moet iedereen begrip voor op kunnen brengen, hoe lastig het ook is. Het helpt niet wanneer mensen zich uit eigen belang op korte termijn blijven verzetten tegen de maatregelen, omdat Suriname anders nooit uit dit diepe dal komt. Ja, de prijzen stijgen wanneer de koers wordt vrijgelaten, maar het is noodzakelijk. Ja, er komen mensen zonder werk te zitten wanneer het overheidsapparaat wordt gesaneerd, maar het is noodzakelijk. Ja, er zullen leuke directieposities vervallen wanneer parastatale bedrijven worden opgedoekt, maar het is noodzakelijk. En ja, de nota’s voor gasoline, elektriciteit en water worden hoger wanneer de overheid niet langer subsidieert, maar het is noodzakelijk.
De regering heeft de steun en het vertrouwen van het volk nodig om de ambitieuze plannen te realiseren. Het is daarom jammer dat de regering weer in de oude Surinaamse fouten vervalt. De benoemingen van familieleden en vrienden door de president en de vicepresident zijn nog steeds niet teruggedraaid. Over de geheime overleggen met ex-president Bouterse hullen de president en de vicepresident zich in stilzwijgen. De presidentiële commissie voor het diasporabeleid heeft ten onrechte de illusie laten ontstaan dat grote sommen geld naar Suriname zullen stromen. De presidentiële commissie voor het valutabeleid adviseerde onbeholpen om vast te houden aan een gefixeerde valutakoers.
De president vond het goed om vastende moslimabtenaren positief te discrimineren en eerder vrij te geven tijdens de ramadan. Enkele leden van de regering menen op basis van hun functie recht te hebben op bepaalde privileges. Tot slot begrijpt de president niet dat sprake is van onacceptabele belangenverstrengeling wanneer de ceo van een houtexportbedrijf lid is van het bestuur van Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht Suriname, die concessies verstrekt en toezicht houdt. Een regering die zoveel fouten maakt wordt niet serieus genomen en verliest het vertrouwen. Daar moet president Santokhi nodig wat aan doen.
Wanneer het bestuur van het IMF instemt met de leningen aan Suriname, is de regering-Santokhi ongeveer een jaar in functie. Hoe eerder de hervormingsmaatregelen worden toegepast, hoe beter. Er is geen tijd meer te verliezen.
Gepubliceerd in De West