U wacht nu op uw kasreserve
3 december 2021, leestijd 4 minuten
Dagblad De West publiceerde 1 december een lezenswaardig artikel over de moeizame zoektocht naar een nieuwe directievoorzitter voor De Surinaamsche Bank, de grootste bank van Suriname maar klein naar internationale maatstaven. Het is kennelijk lastig om een geschikte kandidaat te vinden die voldoet aan de wensen van de aandeelhouders en andere belanghebbenden. Er zijn veel wisselingen geweest binnen de directie van De Surinaamsche Bank de afgelopen jaren. Nieuwkomers vertrekken weer na korte tijd, het is onduidelijk waarom. Ook voor andere directieposities zou gezocht worden naar vervanging.
Kandidaten die door een wervingsbureau werden voorgedragen als kandidaat directievoorzitter vielen volgens De West niet in goede aarde bij enkele aandeelhouders die, geheel volgens Surinaams gebruik, eigen kandidaten naar voren willen schuiven. De West vernam uit de wandelgangen dat ook de Centrale Bank van Suriname zich met het selectieproces bemoeit. Deze ambtelijke instelling noemt zichzelf in navolging van andere centrale banken graag gewichtig ‘De Bank’, dus dat zal ik ook maar doen. De Bank zou naar verluidt een kandidaat in overweging geven die volgens anderen niet over de vereiste competenties beschikt en mogelijk een besmet verleden heeft door de affaire rond de kasreserves.
De bureaucraten bij De Bank zijn op hun teentjes getrapt. Hoe durft De West dit te schrijven? Onder de kop ‘Reactie op onvolkomen berichtgeving inzake een systeembank’ volgt een flauwe, obligate, nietszeggende reactie van De Bank op een prima kritisch artikel van De West. Met het dure woord systeembank bedoelt De Bank dus De Surinaamsche Bank, die belangrijk is voor de Surinaamse samenleving en daarom volgens toezichtjargon als systeembank wordt aangeduid. De Bank schrijft met verbazing kennis te hebben genomen van het artikel dat door een gerenommeerd lokaal dagblad is gepubliceerd. De West zal zich gelukkig prijzen om door De Bank desondanks als gerenommeerd dagblad te worden aangemerkt.
De Bank herkent zich natuurlijk niet in de berichtgeving en probeert de pers de les te lezen. De Bank vindt dat de pers invulling moet geven aan de gangbare ‘best practice’ van hoor en wederhoor. Hoor en wederhoor is in Suriname inmiddels tot de straattaal doorgedrongen. Het is modieus om te mekkeren over hoor en wederhoor wanneer iets je niet bevalt. De Bank doet gewichtig over mogelijke negatieve gevolgen van de berichtgeving voor de instelling zelf of voor de stabiliteit van het financieel systeem als geheel. Dat is standaardtaal uit de tekstverwerker van toezichthouders, waarbij De Bank eraan voorbijgaat dat alle informatie in Suriname, ook over vertrouwelijke zaken rond de benoeming van directieleden bij De Surinaamsche Bank snel op straat ligt. De West heeft het opgeschreven.
De Bank pruttelt nog wat na over verantwoordelijkheid voor de instandhouding van een stabiel financieel systeem en het belang van de individuele onder haar toezicht staande financiële instellingen en de met deze instellingen verbonden klanten en overige belanghebbenden. Een hele mond vol voor De Bank die zich wel wat bescheidener mag opstellen. Als er één instituut in Suriname is dat elk vertrouwen heeft verspeeld is het De Bank. Terwijl een Surinaamse regeringsdelegatie met familieleden zich als sjeiks laat fêteren en denkt dat snoepreisjes over de hele wereld zullen bijdragen aan herstel van het vertrouwen, weet de rest van de wereld dat dat niet zo is zolang De Bank de risee van de internationale financiële wereld is.
De Bank maakte onder de vorige regering zulke grote verliezen dat het eigen vermogen fors negatief werd en De Bank technisch failliet was. De Bank liep aan de leiband van de thans voortvluchtige ex-minister van Financiën en verschafte kolossale monetaire financiering aan de overheid. Om te voorkomen dat deze informatie in de publiciteit kwam, liet De Bank zich ringeloren door de ex-minister, die publicatie van de jaarverslagen na 2014 verbood. Inmiddels is, met ruime vertraging het verslag over 2015 gepubliceerd, maar op de overige verslagen wordt nog gewacht.
Toen de schatkist van de vorige regering tot op de bodem leeg was, heeft De Bank op verzoek van de ex-minister, de algemene banken er met list en bedrog toe verleid om een nog groter deel van de kasreserves in de bodemloze put van De Bank te storten. De naïeve, goedgelovige en gezagsgetrouwe bankiers voldeden aan dit verzoek, hoewel deskundigen hen hiervoor gewaarschuwd hadden. Wat verwacht werd door experts gebeurde. De Bank liet de kasreserves misbruiken door de voormalige regering om lopende uitgaven te doen. Er werd gegrapt over ‘aardappelen en uien’, maar dat maakte de zaak er niet minder ernstig door.
De Bank zou een toontje lager mogen zingen en niet de nieuwsmedia de les moeten lezen. Laat De Bank eerst binnen enkele maanden de jaarverslagen over 2016 tot en met 2020 publiceren. Voorts moet De Bank er in overleg met de overheid voor zorgen dat het eigen vermogen weer positief is. Dat mag wel verwacht worden van De Bank die hautain toezicht meent te kunnen houden op commerciële financiële instellingen. En voor we het vergeten: laat De Bank ook nog even duidelijkheid verschaffen over de kasreserves en of deze ooit nog zullen worden terugbetaald aan de algemene banken. Wanneer dat zo is, krijgt de Surinaamse bevolking heel misschien weer een heel klein beetje vertrouwen in het instituut dat zich zo graag De Bank noemt.
Gepubliceerd in De West