8 februari 2021, leestijd 4 minuten
De Nationale Assemblée heeft op 8 april 2020 de Wet Uitzonderingstoestand COVID-19 aangenomen. De wet voorziet in een noodfonds van SRD 400 miljoen. De Centrale Landsaccountantsdienst (CLAD) heeft op verzoek van de minister van Financiën en Planning de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de COVID-19 uitgaven over de periode 29 april tot en met 24 juli 2020 onderzocht. Daarmee wordt bedoeld of de uitgaven volgens de wet zijn toegestaan en of het geld efficiënt is besteed. De CLAD heeft haar rapport eind december 2020 aan de minister gezonden. De minister vond de bevindingen van de CLAD zo ernstig, dat hij het rapport voor verder onderzoek heeft doorgestuurd naar de procureur-generaal.
Enkele parlementariërs van de oppositiepartijen reageren geërgerd wanneer de regering bij herhaling wijst op de bestuurlijke en financiële wanorde die de vorige regering heeft gecreëerd. Helaas blijkt telkens weer dat hierop niet vaak genoeg gewezen kan worden. Elke kast die opengaat, elke lade die opengetrokken wordt en elk dossier dat op tafel komt laat zien dat de vorige regering, en in het bijzonder de ex-minister van Financiën, er een chaos van heeft gemaakt. Alle regels van behoorlijk bestuur en degelijke financiële verantwoording werden met voeten getreden. De CLAD recapituleert de stand van zaken over de uitgaven als volgt: Tot en met 28 augustus 2020 is circa SRD 369 miljoen uitgegeven ten laste van het noodfonds van SRD 400 miljoen. Er zijn nog openstaande rekeningen voor circa SRD 38 miljoen en er moet nog bijna SRD 30 miljoen verrekend worden voor ten onrechte betaalde bedragen.
De procedure rond de verwerking van de betalingen door de Centrale Bank van Suriname (CBvS) was een rommeltje en zeer fraudegevoelig. De CLAD besteedt hier terecht veel aandacht aan. Van de uitgaven in de periode 29 april tot en met 24 juli 2020 is het merendeel door de CBvS uitgevoerd op basis van e-mails van een medewerker van het toenmalige Ministerie van Financiën. Deze medewerker beschikte niet over de benodigde bevoegdheden. De e-mails werden verzonden vanaf een Hotmail-account met een kopie aan de minister van Financiën en andere functionarissen. De medewerker verzocht namens de minister van Financiën de spoedige medewerking voor het doen van overmakingen van bepaalde bedragen ten behoeve van het afhandelen van bijgevoegde facturen. Handtekeningen van procuratiehouders ontbraken volgens de CLAD. De CLAD beschouwt deze betalingen, vanwege het ontbreken van de benodigde handtekeningen, als onrechtmatig.
Op social media wordt fel en afkeurend gereageerd op het naïeve en onzorgvuldige handelen van de CBvS. De CBvS gooit olie op het vuur met een persbericht waarin de ‘suggestieve berichtgeving’ wordt betreurd. Volgens dit persbericht werden alle betaalopdrachten eerst getoetst aan bepaalde criteria en is de werkwijze met e-mails al enkele jaren van toepassing vanwege de veelheid aan betaalopdrachten van het Ministerie van Financiën. Omdat de minister altijd werd gekopieerd, zou hij volgens de CBvS hebben moeten ingrijpen wanneer een functionaris een onrechtmatige opdracht heeft gegeven. Iedereen met enig verstand van de risico’s van betalingsverkeer en fraude-indicatoren heeft dit persbericht vermoedelijk met een gevoel van plaatsvervangende schaamte gelezen. De CBvS doet het dus al jaren zo.
De CLAD merkt op dat de controle van de uitgaven uit het noodfonds zeer moeizaam kon worden uitgevoerd vanwege de slordige administratie. Stukken waren niet gecodeerd en de mutaties in het noodfonds waren niet goed geadministreerd. De CLAD heeft zelf de relatie moeten leggen tussen facturen, andere documenten en de in het noodfonds verwerkte mutaties. Het ontbrak de CLAD aan een centraal aanspreekpunt voor de werkzaamheden. De CLAD verbaast zich over de door de voormalige minister van Financiën ingediende begroting. Met een brief van 5 juni 2020 laat hij de toenmalige president weten naar verwachting circa SRD 193 miljoen per maand te zullen besteden. Omdat de uitzonderingstoestand drie maanden zou duren, zou de totale begroting SRD 579 miljoen zijn, ruim meer dan SRD 400 miljoen. Die financiële ruimte was er niet.
Bijna driekwart van de uitgaven, ruim SRD 269 miljoen, betreft sociale steunmaatregelen, zoals uitkeringen aan gepensioneerden en AOV-gerechtigden en de heffingskorting COVID-19 voor ambtenaren. Hieronder zijn ook begrepen uitkeringen aan Surinam Airways en particuliere lijnbushouders. Andere uitgaven betreffen medicamenten en medische apparatuur, waaronder een financiële injectie voor ziekenhuizen en medische instellingen, logistiek en beveiliging, hotels en communicatie. Er is ruim SRD 46 miljoen besteed aan voedselpakketten.
De CLAD meldt een groot aantal slordigheden. Een factuur van een hotel voor een bedrag van ruim SRD 200.000 is tweemaal afgeschreven. De CBvS moet deze boeking corrigeren. Er zijn thermoguns aangeschaft bij Rudisa Motor Company voor circa SRD 4.500 per stuk terwijl deze in de handel te verkrijgen zijn voor minder dan SRD 1.000. De CLAD merkt deze betalingen aan als ondoelmatig. De uitgaven voor het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg aan het bedrijf B. Chotelal van bijna SRD 5 miljoen hebben voor SRD 2,3 miljoen betrekking op COVID-19. Een bedrag van SRD 2,6 miljoen is daarom volgens de CLAD niet rechtmatig en niet doelmatig besteed. Er is SRD 2,2 miljoen aan het AZP betaald voor dialyse-artikelen. Dialyse heeft niets met COVID-19 te maken, dus ook deze uitgaven zijn niet rechtmatig en niet doelmatig. Ook een betaling aan het toenmalige Nationaal Informatie Instituut van SRD 1,5 miljoen is volgens de CLAD niet aan COVID-19 gerelateerd en daarom niet rechtmatig en niet doelmatig. De COVID-19 toelage voor gepensioneerden van SRD 23,3 miljoen is tweemaal ten laste van het noodfonds gebracht en moet eenmaal worden verrekend.
Het rapport van de CLAD geeft een goed inzicht in de bestedingen uit het COVID-19 noodfonds, maar ook in het gemak waarmee uitgaven werden gedaan en betalingen werden goedgekeurd. Een deel van de uitgaven is volgens het onderzoek zonder meer onrechtmatig omdat er geen relatie is met COVID-19. Voor enkele aankopen via de gebruikelijke zakelijke relaties van de voormalige regering is vermoedelijk te veel betaald. Het grootste deel van de betalingen werd door de CBvS uitgevoerd op basis van e-mails van een medewerker van het toenmalige Ministerie van Financiën zonder de benodigde bevoegdheden, die werden verzonden van een Hotmail-account. Het is begrijpelijk dat de minister van Financiën en Planning de procureur-generaal vraagt om goed naar de onderzoeksbevindingen te kijken.
Gepubliceerd in De West