Arrogantie van de macht
17 november 2021, leestijd 3 minuten
In zijn voorwoord bij de publieke versie van het rapport over de nationale risicoanalyse vermeldt president Chan Santokhi dat de regering het gedetailleerde rapport en de samenvatting voor het publiek heeft goedgekeurd. Eerder uitte ik al mijn verbazing over het feit dat de regering zich geroepen voelt en in staat acht om de rapporten van het onafhankelijke projectmanagementteam goed te keuren. Ik opperde daarbij de vraag of de regering zich ook bemoeid heeft met de tekst van de rapporten. Deze vraag is inmiddels beantwoord. De regering heeft volgens de voorzitter van het projectmanagementteam, mevrouw Jennifer van Dijk-Silos, zonder overleg met de opstellers het rapport gewijzigd.
In een bijdrage in Starnieuws laat Van Dijk-Silos weten dat zonder overleg met de opstellers belangrijke delen uit de oorspronkelijke versie van het rapport zijn weggelaten en dat veranderingen zijn aangebracht, zelfs in tabellen. Haar voorwoord, waarin onder meer het team wordt bedankt voor de enorme inzet, is vervangen door een voorwoord van Santokhi. Er is volgens haar onprofessioneel in het rapport gesneden, dat onsamenhangend en verwarrend is geworden. Het rapport heeft daardoor volgens haar aan waarde ingeboet. De uiteindelijk gepubliceerde versie is een ‘gemangelde versie’ geworden. Van Dijk-Silos is bevreesd dat ook gesneden is in het volledige rapport voor de CFATF. Zij hoopt niet dat zaken weggemoffeld zijn, want Suriname kan daardoor geblacklist worden.
Het is verwerpelijk dat de regering het rapport zou hebben gewijzigd zonder daarvoor in overleg te treden met het projectmanagementteam. Enerzijds neemt de regering hiermee geen fatsoensnormen in acht in haar samenwerking met dit team van specialisten. Het belang van hun werk wordt gebagatelliseerd en de president vraagt alle aandacht voor het vermeende goede werk van zichzelf en zijn regering. Anderzijds is het een uiting van de arrogantie van de macht. Het is niet waarschijnlijk dat de regering beter weet hoe over de nationale risicoanalyse moet worden gerapporteerd dan het projectmanagementteam. Door toch zonder overleg wijzigingen aan te brengen in het rapport roept de regering ten minste de verdenking op dat zij de bevindingen en conclusies minder scherp heeft willen formuleren dan het projectmanagementteam dat heeft gedaan.
Het is goed dat Santokhi het belang van de nationale risicoanalyse hoog acht en zich daarbij als president betrokken voelt. Het is daarvoor niet noodzakelijk en zelfs ongewenst om een door de president persoonlijk ondertekend voorwoord en addendum in het rapport op te nemen. Daarmee alleen al wordt de indruk gewekt dat de president zich heeft bemoeid met de inhoud van het rapport, hetgeen twijfel kan oproepen over de onafhankelijke totstandkoming van het rapport. Nu volgens Van Dijk-Silos zonder overleg met het projectmanagementteam, belangrijke wijzigingen zijn aangebracht in het rapport, doet dat grote afbreuk aan de waarde van het rapport en het vertrouwen in de Surinaamse regering.
Een onderzoek als de nationale risicoanalyse heeft mede tot doel het vertrouwen in Suriname te herstellen. Uit de bevindingen, conclusies en aanbevelingen blijkt dat Suriname nog een lange weg heeft te gaan bij het verbeteren van het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering. Het door de president ondertekende addendum bij het rapport lijkt een onhandige poging om te onderbouwen dat Suriname wat dat betreft op de goede weg is. De regering had beter in een apart document op hoofdlijnen kunnen vermelden op welke wijze de specifieke aanbevelingen zullen worden gerealiseerd en wat daarvoor realistische tijdlijnen zijn. Nu de regering volgens Van Dijk-Silos zonder overleg met het projectmanagementteam belangrijke wijzigingen in het rapport heeft aangebracht, richt zij hiermee grote schade aan. Hoe kunnen we verwachten dat het vertrouwen in Suriname wordt hersteld, wanneer zelfs de regering niet is te vertrouwen? De grote toegevoegde waarde van de nationale risicoanalyse is voor een belangrijk deel tenietgedaan.
Gepubliceerd in De West