Bijgewerkt op 18 augustus 2021, leestijd 5 minuten
Onze familienaam Moison wordt door velen op z’n Frans uitgesproken. Dat is begrijpelijk omdat de naam het meest in Frankrijk voorkomt, vooral in Bretagne. De naam zou in Frankrijk zijn afgeleid van:
- Het Oudfranse mussun, musson, moissun of mousson, voor de zangvogel mus, als bijnaam;
- De plaatsnaam Mousson in het Franse departement Meurthe-et-Moselle, tussen Metz en Nancy;
- De plaatsnaam Mouzon in de Franse Ardennen; of
- De plaatsnaam Musson in de Belgische provincie Luxemburg.
Sommigen veronderstellen dat de familie Moison met hugenoten uit Frankrijk naar Nederland zou zijn getrokken. De familie was evenwel katholiek. Je kunt veel van hugenoten zeggen, maar niet dat ze katholiek waren. Waar komt de naam dan wel vandaan? Familienamen werden pas officieel geregistreerd bij de invoering van de burgerlijke stand. Dat gebeurde in Nederland onder het bewind van Napoleon in 1811. Iedereen die toen nog geen vaste familienaam had moest er een kiezen. Voor die tijd werden familienamen wel dikwijls vastgelegd in kerkelijke geboorte-, huwelijks- en overlijdensaktes, maar zonder vaste schrijfwijze.
Mijn familie van vaders kant komt van Zuid-Beveland in Zeeland. Mijn vrouw en ik bezochten de dorpen waar mijn opa en oma geboren zijn en probeerden een beeld te vormen van de familiegeschiedenis. Veel plaatsen in Zeeland hebben ‘kerk’ of ‘kapel’ in de naam omdat de dorpen en steden in deze gelovige gemeenschappen ontstonden rond een kerk of een kapel, of ‘burg’ als aanduiding van een beschermde vesting. Middelburg (de middelste burcht), de hoofdstad van Zeeland, is een vestingstad die ongeveer in het midden van het voormalige eiland Walcheren ligt. De burchten dienden in de negende eeuw als verdediging tegen de Vikingen.
Mijn grootvader Cornelis Moison is geboren op 19 juni 1886 in ’s-Heer Arendskerke. Rond 1200 werd hier in opdracht van heer Arend van Schenge een kerk gebouwd. De oudste huizen staan rond de kerk aan de kerkring. Het dorp is naar heer Arend en de kerk vernoemd en telt nu ongeveer zeventienhonderd inwoners. Mijn grootmoeder Adriana Johanna Stokx is geboren op 18 mei 1890 in Ovezande, zo’n tien kilometer ten zuiden van ’s-Heer Arendskerke. Rond 1200 was Ovezande slechts een zandplaat. In 1318 wordt voor het eerst melding gemaakt van Avesand. De kerk in Ovezande functioneerde onder de moederkerk in ’s Heer Arendskerke. Het dorp telt nu ongeveer twaalfhonderd inwoners. Familieleden woonden ook in andere nabije dorpen op Zuid-Beveland, zoals ’s Heerenhoek, Heinkeszand, Nisse en Zuid-Kraaijert, in feite een polder. De meesten mannen waren waarschijnlijk veldarbeider of boerenknecht. Getrouwde vrouwen werkten niet buitenshuis en verzorgden de huishouding.
Cornelis, bloemistknecht, vertrekt in februari 1914 naar Katwijk. Inmiddels woonachtig in Wassenaar, huwde hij op 15 mei 1914 in Ovezande met Adriana, toen dienstbode. Hun vaders waren ‘arbeiders’, hun moeders ‘zonder beroep’. Adriana vertrok nog diezelfde dag naar Wassenaar, naar wordt aangenomen in gezelschap van Cornelis. Cornelis en Adriana kregen veertien kinderen, waarvan twee tweelingen en een drieling. Aan de hand van de geboorteplaatsen van de kinderen is af te leiden dat mijn opa en oma regelmatig zijn verhuisd. Vanuit Zeeland verkasten zij naar Zuid-Holland (Wassenaar, Noordwijkerhout) en later naar Noord-Holland (Sloten, Haarlemmermeer, Bergen, Egmond aan de Hoef). Zij woonden met hun gezin uiteindelijk in Haarlem, waar zij zijn overleden. De meeste familieleden Moison wonen nog steeds in Noord-Holland en Zeeland.
Stamboomonderzoek brengt ons naar registers van de Nederlands Hervormde Gemeente en de Rooms-Katholieke Kerk van Zeeland. Een en ander was een uitvloeisel van de Reformatie die in de zestiende eeuw had plaatsgevonden. Daarbij waren de katholieken op Zuid-Beveland al hun kerken kwijtgeraakt aan de protestanten. Katholieke erediensten waren sindsdien verboden en katholieke geestelijken werden vervolgd. Het sluiten van huwelijken was alleen toegestaan aan de bedienaars van de hervormde kerk. Rond 1750 werden katholieke erediensten echter weer enigszins getolereerd, hoewel openbaar optreden nog altijd niet werd geaccepteerd. Een rondreizende, niet als zodanig herkenbare, landspastoor verzorgde daarom deze diensten in de diverse schuilkerken die over het gehele platteland van Zuid-Beveland verspreid lagen. De Franse overheersing heeft aan deze situatie een einde gemaakt.
De eerste stamhouder die op Zuid-Beveland woonde was, voor zover is na te gaan, Judocus (ook: Joos Docusze of Dokus) Moijson, zoon van Judocus Moyson en Elisabeth De Ridder en betovergrootvader van mijn opa. Hij werd in 1721 geboren in Mazenzele, een Vlaams dorp twintig kilometer ten noordwesten van Brussel. Judocus moet rond het midden van de achttiende eeuw zijn verhuisd naar Zuid-Kraaijert. Volgens trouwregisters kwam hij uit Lebbeke, nabij Mazenzele. De schrijfwijze van de achternaam bij de ondertrouw van Judocus is Moison in 1751 voor de Nederlands Hervormde Gemeente en Mooisoon in 1762 bij zijn tweede huwelijk voor de Rooms-Katholieke Kerk. In het trouwboek voor de Rooms-Katholieke Kerk is het Moijson in 1751 en Moeijesoon in 1762. In Lebbeke, waar Judocus eerder woonde, kwamen onder andere de volgende schrijfwijzen van de naam voor: Moeijensoon, Moijesoon, Moeijson, Moijsson, Moijson, Moyson en Moison. Judocus overleed in 1768 in Zuid-Kraaijert.
In het begin van de negentiende eeuw wordt in Zuid-Beveland nog een bonte variatie aan spellingswijzen van de familienaam gevonden in aktes en bij ondertekening: Mooizon, Mooison, Moizon, Moison, Moijson en Moisson. Vanaf het midden van de negentiende eeuw wordt Moison meer gebruikelijk, hoewel later ook weer Mooison wordt gevonden. Wellicht was de uitspraak met dubbel ‘o’ in de eerste lettergreep bepalend.
Judocus Moijson was niet de eerste persoon met die achternaam in Zeeland. Volgens de archieven van de VOC treedt Abraham Moijson uit ‘Niduwburgh’ (dat moet een verschrijving zijn, wellicht werd Nieuwburgh bedoeld) op 13 maart 1682 in Middelburg in dienst als soldaat bij de Kamer van Zeeland om met het schip Hendrik Maurits naar Batavia (nu Jakarta) te vertrekken, waar hij vrijdag 31 juli 1682 arriveert. Op donderdag 25 april 1743 treedt Jan Babtist Lambertus Moison uit Antwerpen in dienst als soldaat bij de Kamer van Zeeland om met het schip Huis ter Duine te vertrekken naar Batavia, waar hij dinsdag 12 november 1743 arriveert. Binnen een half jaar overlijdt Jan op zondag 19 april 1744 in ‘Azië’. Op vrijdag 16 augustus 1748 treedt Anthonij Moison uit Brussel in dienst als soldaat bij de Kamer van Zeeland om met het schip Geldermalsen naar Batavia te vertrekken, waar het schip 31 maart 1749 arriveert. Dat maakt Anthonij niet mee, want hij is op dinsdag 17 september 1748 ‘uit dienst getreden’ omdat hij bij een tussenstop bij de Kaapverdische eilanden, voor de westkust van Afrika, is ‘weggelopen’.
De Nederlandse naam Moison is afgeleid van Moeyensoon. Moeye (of moeij, moei) is een oud-Nederlands woord voor tante en soms voor stiefmoeder. Een enkele keer gebruiken Nederlanders nog het ouderwetse ‘petemoei’ voor peettante. Moeyensoon was dus een zoon van tante, een neef, vergelijkbaar met de familienaam De Neef. In Vlaanderen bestaat de Bond Moyson, een ziekenfonds genoemd naar Emiel Moyson, een in 1838 in Gent geboren voorman van de socialistische arbeidersbeweging. Ook de vergelijkbare naam Moeyenkind kwam voor. De familienaam Moison is een variant van Moeyensoon die is ontstaan in Zeeland uit de Vlaamse variant Moijson of Moyson. De naam Moyson komt in Brussel en (noordelijke) omgeving frequent voor, de naam Moisson met enige mate en de namen Moison, Moijson, Moeyensoon en Moeijensoon in beperkte mate.