Stilte voor de storm
6 juni 2022, leestijd 6 minuten
Het is belangrijk voor een goed functionerende economie dat de overheid, overheidsbedrijven en private ondernemingen tijdig goede jaarverslagen publiceren. Daar is in Suriname geen sprake van. De overheid is verre van transparant en de meeste overheidsbedrijven en private ondernemingen publiceren geen jaarverslagen. Wanneer deze wel worden gepubliceerd is het dikwijls te laat of voldoen deze niet aan verslagleggingsvereisten. Mede daarom wordt Suriname niet serieus genomen door buitenlandse ondernemers en investeerders. Die doen liever zaken met ander landen.
Het is niet ongebruikelijk dat publicatie van jaarverslagen wordt uitgesteld wanneer er informatie in staat die niet iedereen goed uitkomt. De voortvluchtige ex-minister van Financiën Gillmore Hoefdraad, verbood de publicatie van de jaarverslagen na 2014 van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), omdat daaruit zou blijken dat sprake was van monetaire financiering en omvangrijke verliezen. Inmiddels zijn de verslagen over 2015 tot en met 2018 in oktober 2020 gepubliceerd. Het verslag over 2019 liet nog even op zich wachten, evenals het verslag over dat boekjaar van De Surinaamsche Bank (DSB), omdat de CBvS in 2019, in strijd met de Bankwet, onroerend goed kocht van de Staat en van DSB. Inmiddels is duidelijk dat deze transacties nietig waren en worden teruggedraaid. Daarom heeft de CBvS het verslag over 2019 gepubliceerd. DSB zou dat ook spoedig moeten doen, maar worstelt naar verluidt met de eerste toepassing van International Financial Reporting Standards.
De inflatie over 2019 is beperkt tot ruim 4%. De wisselkoers van de SRD wordt kunstmatig in stand gehouden met een officiële koers van SRD 7,52 per USD 1. De werkelijke waarde is lager. Het overheidstekort in dit laatste volledige jaar onder de regering-Bouterse is weer zorgwekkend. Het uitgeven van geleend geld gaat onverminderd door en leidt tot een onhoudbare schuldpositie. De visie van de CBvS is: ‘De Bank is een autonome monetaire en financiële autoriteit die gerespecteerd wordt en op professionele wijze werkt aan een welvarend Suriname.’ Onder de regering-Bouterse was de centrale bank het speeltje van de minister van Financiën.
In 2019 is onder voorwendselen de Kasreserveregeling aangepast. Vanaf juni 2019 moeten algemene banken hun kasreserves in vreemde valuta grotendeels bij de CBvS aanhouden. Deze kasreserves zijn nog hetzelfde jaar door de regering en de CBvS misbruikt voor oneigenlijke doelen. De algemene banken mogen hopen dat deze kasreserves ooit nog zullen worden terugbetaald omdat de CBvS grote verliezen heeft geleden en technisch failliet is. De CBvS verwacht in de jaren 2020 en 2021 een verlies te lijden van in totaal SRD 4 miljard. De vordering op de Staat neemt toe en bedraagt eind 2019 per saldo ruim SRD 7 miljard. De CBvS meldt dat ook de vorderingen op correspondent banken en beleggingen toenemen in het boekjaar en meent dat “Bovenvermelde vorderingen behoren tot de factoren die mede bijdragen aan de vervulling van de onderstaande functies, behorende tot de kerntaken van de Bank: …”. De CBvS verzuimt te vermelden dat hiertoe ook de uitgezette kasreserves van de algemene banken behoren, waartegenover harde terugbetalingsverplichtingen bestaan.
De CBvS licht onomwonden toe dat in 2019 het Memorandum of Understanding van mei 2016 om niet langer monetair te financieren, door Hoefdraad eenzijdig is opgezegd. Verzoeken om werkvoorschotten worden weer gehonoreerd. De Staat voldoet in 2019 niet aan alle betalingsverplichtingen jegens de CBvS en is een wanbetaler. De vordering op de Staat loopt in 2019 razendsnel op, van SRD 5,5 miljard naar SRD 9,3 miljard, door de bestedingsdrift van de regering-Bouterse en doordat de verliezen van de CBvS simpelweg als vordering op de Staat worden geboekt. Het eigen vermogen is geflatteerd en bedraagt volgens de balans SRD 31,6 miljoen. In werkelijkheid is het naar schatting ruim SRD 700 miljoen negatief.
De CBvS concludeert dat door de verliezen wezenlijke onzekerheid bestaat over de continuïteit van de CBvS. Het resultaat is kunstmatig opgekrikt doordat in april 2020 met de Staat is overeengekomen om de rente van 3,5% over de vordering op de Staat met terugwerkende kracht te verhogen naar 9%. Daardoor zijn de resultaten over 2015 tot en met 2019 met bijna SRD 541 miljoen positief beïnvloed. Toch staat de CBvS er beroerd voor. Het verlies over 2015 tot en met 2019 is in totaal SRD 870 miljoen. Het verlies over de periode 2015 tot en met 2021 zal in totaal circa SRD 5 miljard bedragen. De argumenten om dit verlies niet ten laste van het eigen vermogen te brengen maar op te nemen als vordering op de Staat zijn niet overtuigend.
In 2019 wringen de CBvS en de Staat zich in allerlei bochten om de Staat van geld te voorzien dat allemaal in een bodemloze put verdwijnt. De Staat draagt voor 15 jaar royalty’s in geld en natura van Grassalco over aan de CBvS, voor een geschatte maar niet onderbouwde contante waarde van USD 300 miljoen (SRD 1,4 miljard) om de schuld van de Staat aan de CBvS af te lossen. Het laatste gebeurt echter niet en de CBvS betaalt de Staat dit bedrag, waardoor de vordering op de Staat verder oploopt. De CBvS heeft voorts schatkistpapier opgekocht van algemene banken en een staatsbedrijf, waardoor de vordering op de Staat met nog eens SRD 646 miljoen toeneemt. In 2019 vindt ook de discutabele aankoop van panden van de Staat plaats tegen een geschatte waarde van SRD 869 miljoen (EUR 105 miljoen). Taxaties ontbreken, de geschatte waarde is niet onderbouwd en het onroerend goed staat voor een deel niet op naam van de Staat. Ook in dit geval is de transactie bedoeld voor ten minste gedeeltelijke schuldverrekening, maar deze vindt niet plaats. De CBvS betaalt de gehele koopsom. Omdat de CBvS volgens de Bankwet geen onroerend goed mag aankopen anders dan voor eigen gebruik, waren de transacties verboden en nietig. De overdracht is niet gerealiseerd en de transacties worden tenietgedaan. Het betaalde bedrag is weer als vordering op de Staat opgenomen.
De CBvS kocht in 2019 het project Blauwmeer voor USD 20 miljoen van Panaso Vastgoed, een dochteronderneming van Assuria en DSB, om DSB uit financiële nood te helpen. Ook hier geldt dat deze transactie voor de CBvS verboden is. Partijen hebben besloten om de transactie te beëindigen en de financiële gevolgen terug te draaien.
De kosten van accountants en adviseurs bedragen in 2019 maar liefst SRD 37,6 miljoen (2018: SRD 7,6 miljoen). De toelichting op de toename van bijna 400% is beperkt. De kosten van controle van de jaarrekening, meerwerk en bijstand zijn ongeveer gehalveerd (2019: SRD 1,9 miljoen, 2018: SRD 3,8 miljoen). De kosten voor juridische bijstand nemen toe van SRD 1,6 miljoen tot SRD 7,9 miljoen door voornamelijk de procedures rond de inbeslagname van de geldzending door Nederland. De toename van de kosten voor diensten van consultants van SRD 2,2 miljoen tot SRD 8,3 miljoen “… houdt verband met de verhoogde inzet van adviseurs voor diverse consultancy diensten in 2019.” Dat is een nietszeggende toelichting. Tot slot zijn in 2019 kosten gemaakt voor niet CBvS-gerelateerde diensten. Hoewel de CBvS dit niet met zoveel woorden toelicht, moet dit de uitgaven aan Clairfield Benelux en Orion Assurance & Advisory Services betreffen, die werkzaamheden hebben verzet voor de Staat, niet voor de CBvS.
De accountant onthoudt zich van een oordeel over de jaarrekening vanwege het grote aantal onzekerheden. De CBvS rapporteert over 2019 een winst van SRD 37,7 miljoen. De CBvS verwacht over 2020 en 2021 in totaal ruim SRD 4 miljard verlies. Dit verlies wordt veroorzaakt door de hoge schuld in vreemde valuta aan de algemene banken uit hoofde van de kasreserves. De bedragen in vreemde valuta die de CBvS in 2019 heeft ontvangen, zijn oneigenlijk besteed, een eufemisme voor gestolen, en omgezet in vorderingen in SRD op de Staat. Door de grote waardedaling van de SRD leidt deze open valutapositie tot kolossale verliezen in 2020 en 2021. Het verslag over 2019 is de stilte voor de storm.
Gepubliceerd in De West