‘In het belang van land en volk’
3 maart 2022, leestijd 7 minuten
De rechter heeft vijf personen veroordeeld tot celstraffen en boetes vanwege malversaties bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS), waaronder twee registeraccountants. Deze registeraccountants zijn niet langer vermeld als members op de website van de Suriname Chartered Accountants Institute (SCAI) maar staan ten tijde van het schrijven van dit artikel nog wel ingeschreven als accountant in business in het register van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). De kans dat u gebruik maakt van hun diensten is klein. Zij zitten al ruim twee jaar in de cel.
Robert van Trikt (1972) studeerde volgens zijn LinkedIn-profiel accountancy en finance & control aan Nederlandse universiteiten. Hij werd op 20 december 2011 ingeschreven in het register van de NBA. Van Trikt werkte onder meer bij accountantskantoren, in het bankwezen en als controller. Ashween Angnoe (1980) studeerde volgens zijn LinkedIn-profiel accountancy aan een Nederlandse universiteit. Hij werd op 16 juni 2015 ingeschreven in het register van de NBA. Angnoe werkte onder meer bij een accountantskantoor en als chief administrative officer. In 2017 startten Van Trikt en Angnoe hun firma Orion Assurance & Advisory. Per 1 maart 2019 werd Van Trikt benoemd als governor van de CBvS.
Van Trikt en Angnoe werden begin februari 2020 kort na elkaar gearresteerd. Na bijna twee jaar, op 31 januari 2022, heeft de rechter uitspraak gedaan in deze zaak. De veroordeelde registeraccountants hebben volgens de rechter het in hen gestelde vertrouwen in ernstige mate geschaad door in strijd met de wet te handelen, door voor zichzelf of een ander – bedoeld wordt o.a. Orion Assurance & Advisory – voordeel te verkrijgen en door de Staat of een Staatsinstelling nadeel toe te brengen. Daarbij is volgens de rechter sprake geweest van bewuste, structurele en nauwe samenwerking tussen hen en de andere daders. Er was volgens de rechter in onderhavige zaak sprake van grootschalige corruptie.
De belangrijkste malversaties en onwettige handelingen waren de volgende.
- Miljarden SRD aan blanco kredietverlening aan de Staat (monetaire financiering);
- Inschakeling van een adviseur door de CBvS voor werkzaamheden voor de Staat;
- Uitbesteding van advieswerkzaamheden aan Orion Assurance & Advisory;
- Aankoop van goudroyalty’s van de Staat voor verhoging van de monetaire financiering;
- Aankoop van panden van de Staat die niet goed waren gewaardeerd of getaxeerd, niet alle eigendom waren van de Staat en bij betaling niet juridisch werden overgedragen.
De rechter tikt Van Trikt en Angnoe stevig op de vingers. Zij hadden als registeraccountants moeten weten dat hun handelingen niet pasten binnen de wet- en regelgeving en zij hebben misbruik gemaakt van hun kennis en posities. Van Trikt en Angnoe hebben zich er volgens de rechter niet om bekommerd welke schade door hun handelen werd aangericht aan het imago en de betrouwbaarheid van de CBvS en het financieel welzijn van de samenleving. De rechter licht de voorwaarden voor corrupt handelen toe. Ik citeer:
“… een gemotiveerde dader, een aantrekkelijk doelwit en weinig of geen toezicht. Bepaalde functies brengen een zekere mate van status en macht met zich mee. Het is die macht, en het vertrouwen in de bekleder van die macht, die misbruikt wordt ten eigen bate. (…) Bij corruptie falen zowel de individuen als de organisatie: de organisatie creëert de gelegenheid om corruptie te plegen. Personen die corruptie plegen en aldus de organisatie corrupt maken hebben veelal hun gedrag aangeleerd (…) in een omgeving waarin antisociaal gedrag ook veel voorkomt. (…) Mede daardoor heeft verdachte zich de behoeften en (morele) opvattingen en vaardigheden eigen gemaakt die het plegen van corruptie bevorderen. Ook persoonlijkheidskenmerken kunnen corrupt gedrag bevorderen: de behoefte aan geldingsdrang, aan macht over de omgeving, een bepaalde mate van hebzucht, het handelen onder druk van anderen en thrill seeking, de sterke behoefte om bij anderen gezien te worden en belangrijk geacht c.q. erkend te worden alsook een ongezonde loyaliteit aan opdrachtgevers die (politieke) macht bekleden. (…) De Centrale Bank van Suriname en Orion hebben (…) gefunctioneerd als een corrupt orgaan vanwege de corruptieve handelingen die (…) zijn gepleegd.”
De in de uitspraak genoemde omstandigheden die kunnen leiden tot corruptie, zou iedere Surinamer in een bestuurlijke of leidinggevende functie moeten lezen. De Surinaamse bestuurs- en bedrijfscultuur wordt gekenmerkt door een gebrek aan integer leiderschap, beperkte bekendheid met en naleving van procedures, ondeugdelijke administraties, haperende interne controle, uitblijvende sancties, onsamenhangend integriteitsbeleid en gebrek aan continuïteit door frequente bestuurswisselingen. De rechter somt persoonlijkheidskenmerken op van daders in het algemeen: dominant, machtswellustig, welbespraakt, overtuigend, megalomaan, principeloos en onverantwoordelijk met een laag moreel besef. De rechter hekelt de argumentatie van de veroordeelden dat niemand zou zijn benadeeld en dat de handelingen uit vaderlandsliefde zouden zijn gepleegd in het belang van land en volk.
De rechter veroordeelde Van Trikt tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht jaar onder aftrek van voorarrest en SRD 500.000 geldboete subsidiair 16 maanden hechtenis. De rechter veroordeelde Angnoe tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar onder aftrek van voorarrest en SRD 150.000 geldboete subsidiair 12 maanden hechtenis. Het onroerend goed van hun bedrijf en een Range Rover heeft de rechter verbeurdverklaard en het wederrechtelijk verkregen voordeel door uitbesteding van werk aan Orion van euro 625.000 wordt hun ontnomen.
“Hoe heeft het zo ver kunnen komen?”, vraagt ieder weldenkend mens zich af. Dat geldt natuurlijk voor elke veroordeelde maar voor deze accountants in het bijzonder. Moeten zij niet aan strenge eisen voldoen? Wordt er geen toezicht op hen gehouden? Mogen zij ooit nog als accountant werkzaam zijn? Van Trikt en Angnoe zijn ingeschreven in het register van de NBA. Er geldt strenge Nederlandse wet- en regelgeving voor accountants maar die is veelal niet van toepassing op accountants die buiten Nederland wonen en werken. Dat ontslaat betrokkenen naar mijn mening niet van de morele verplichting om naar de geest van deze wet- en regelgeving te handelen.
Het accountantsberoep in Suriname is vrij recent gereguleerd met de Wet Suriname Chartered Accountants Institute, die op 26 oktober 2018 van kracht is geworden. De wet regelt onder meer de beroepsorganisatie SCAI met een breed takenpakket, waaronder het stellen van gedrags- en beroepsregels en het instellen van een onderzoek- en tuchtrechtcommissie. De tuchtrechtspraak wordt in de wet opgedragen aan een Tuchtcollege en het Hof van Justitie. Op de publieke website van het SCAI zijn onder de kop rules and regulations alleen het huishoudelijk reglement en de statuten te vinden. Afgezien van de ledenlijst en enkele verouderde berichten, biedt de website geen informatie. De meeste doorverwijspagina’s zijn leeg en enkele links werken niet. Uit de website blijkt niet of de SCAI de taken vervult die haar met de wet ruim drie jaar geleden zijn opgedragen. Evenmin blijkt of de tuchtrechtspraak is geregeld.
Het beroep van accountant mag in Suriname alleen worden uitgeoefend door personen die ingezetene zijn van Suriname. De wetgever veronderstelt dat wanneer een persoon feitelijk in het buitenland verblijft, hij of zij geen binding heeft met Suriname, geen kennis heeft van Surinaamse wet- en regelgeving en geen actuele kennis heeft van omstandigheden en daardoor niet in staat is het accountantsberoep in Suriname adequaat uit te oefenen, waardoor ook de kwaliteit van de beroepsuitoefening niet is gewaarborgd. Dat is een volstrekt onzinnige veronderstelling. De bepaling lijkt slechts bedoeld om concurrentie uit het buitenland te weren. De kleine, in zichzelf gekeerde, Surinaamse gemeenschap en de weinig integere bestuurs- en bedrijfscultuur impliceren een vergroot risico op belangenverstrengeling. Het zou ter bevordering van de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de beroepsuitoefening juist goed zijn om meer buitenlandse accountants te betrekken bij de werkzaamheden.
Het is van belang dat de SCAI haar wettelijke taken uitvoert om de goede beroepsuitoefening door accountants te bevorderen, voor zover dat al niet gebeurt. Het tuchtrecht dient operationeel te worden om te voorkomen dat accountants die het niet zo nauw nemen met de regels de dans ontspringen. Een hernieuwde toetsing van de huidige leden lijkt in het licht van de nieuwe wet en de gebeurtenissen in de afgelopen jaren redelijk en gepast. De inschrijving van leden die in het verleden de regels hebben overtreden, eerder veroordeeld zijn voor overtredingen of misdrijven, of een schikking hebben aanvaard om een strafvervolging te voorkomen, zou alsnog kunnen worden doorgehaald.
Personen met een strafblad vanwege corruptie zouden nooit meer als accountant werkzaam mogen zijn. Bij de totstandkoming van de wet is kennelijk flink gelobbyd. De termijn van doorhaling van de inschrijving in het accountantsregister als tuchtmaatregel bedraagt maximaal tien jaar. Indien een betrokkene ‘zijn leven heeft gebeterd’, krijgt hij – het is kennelijk altijd een man – weer een kans. De zwakke Surinaamse bestuurs- en bedrijfscultuur is af te lezen uit deze halfslachtige bepaling. In een omgeving waar criminaliteit en corruptie veel voorkomt, vindt men een beetje crimineel en een beetje corrupt niet zo erg. De lat wordt laag gelegd. In Suriname kunnen personen met een crimineel verleden het beroep van accountant uitoefenen, topfuncties vervullen en zelfs (vice)president worden.
De zwakke bestuurs- en bedrijfscultuur in Suriname is verder verdorven geraakt tijdens de vorige regering onder de ‘bezielende’ leiding van de voormalig president en zijn adjudant, de thans voortvluchtige ex-minister van Financiën. De veroordeelde accountants hadden de verkeerde ‘vrienden’. Ik ben kritisch over de regering-Santokhi maar geef deze desondanks een ruime voldoende. Het huidige beleid staat in schril contrast met de desastreuze invloed die de vorige regering op Suriname heeft gehad en de komende jaren nog zal hebben, door de monetaire, financieel-economische en morele chaos die zij heeft achtergelaten. Het was een ontnuchterende ervaring toen de oude soldaat en andere NDP’ers met een dubieus verleden tijdens een manifestatie in Ocer tegen de huidige regering riepen dat het anders moet. Zij zijn wel heel kort van geheugen.
Gepubliceerd in De West