20 april 2021, leestijd 5 minuten
De Surinaamse bevolking is een bonte mix van etniciteit, cultuur en religie, wat tot uitdrukking komt in de gevarieerde keuken, de culturele tradities, de nationale feestdagen, en de gebedshuizen. Ruim negentig procent van de Surinamers is gelovig. Herman Vuijsje was, tezamen met andere Amsterdamse studenten, in 1969 in Suriname voor een sociologisch onderzoek. Vuijsje behandelde het onderwerp religie. Vijftig jaar later keerde hij terug om zijn kennis over het onderwerp te actualiseren. In zijn boek God zij met ons Suriname stelt hij vast dat Suriname nog steeds een zeer religieus land is waarin mensen vrijuit over hun geloof spreken. Christenen, hindoes, moslims, en aanhangers van het jodendom, winti of natuurreligies leven in harmonie naast elkaar. De religieuze leiders worden door de overheid betaalt. Daardoor bestaat een afhankelijkheidsrelatie en invloed van de overheid op de geloofsgemeenschappen.
Religie was in de koloniale tijd al een middel van onderdrukking. Slavenhandelaren beroofden slaafgemaakten van hun menswaardigheid en identiteit, waarna zendelingen hen de eigen cultuur en religie ontnamen. De kerstening leidde tot wrevel bij de kolonisten omdat dit hun zwarte onderdanen te menselijk zou maken. In de bijbel zijn veel passages opgenomen die in strijd konden worden geacht met de slavernij en de maatschappelijke en sociale verhoudingen in de koloniale wereld. Om deze reden werd begin negentiende eeuw voor Brits-West-Indië een Engelstalige slavenbijbel uitgebracht waaruit het grootste deel van het oude testament was verwijderd. Hoewel het jodendom in Suriname nauwelijks meer van betekenis is, was het in de koloniale tijd van groot belang. Joodse plantagehouders mochten hun slaven op zondag laten werken. Op de sabbat waren zij vrij. De natuurreligies die de slaafgemaakten heimelijk beleefden vormden een inspiratiebron voor verzet.
In Suriname van de eenentwintigste eeuw zijn de religies eigentijds vormgegeven en hebben elkaar beïnvloed. De meeste Creolen zijn christen, Hindostanen zijn overwegend hindoe, sommige Hindostanen en de meeste Javanen zijn moslim en onder de Marrons treffen we vooral aanhangers van winti en natuurreligies aan. Zo kiest iedereen uit vrije wil het enige ware geloof dat doorgaans overeenkomt met de religie van de ouders en voorouders en de landen en streken waar men oorspronkelijk vandaan komt. De primitieve mythen en sagen uit ver vervlogen tijden bieden troost en zijn een voedingsbodem voor de rituelen waarmee de groepsidentiteit wordt vormgegeven.
De Surinaamse samenleving wordt gekleurd door religie. Hoewel kerk en staat formeel gescheiden zijn, worden goden dikwijls betrokken bij wereldse politieke en bestuurlijke gebeurtenissen. De ingebruikname van nieuwe gebouwen en bedrijfsmiddelen kan even duren wanneer een priester, een pandit en een imam beurtelings hun inzegeningsrituelen uitvoeren. Hoewel niet iedereen meer regelmatig de kerk, de mandir, de moskee of de synagoge bezoekt, blijft het geloof in opperwezens groot. De invloed van de Evangelische Broedergemeenschap zou hebben bijgedragen aan de typisch Surinaamse cultuur van berusting, gelatenheid en afhankelijkheid. Onder een laag vernis van gemoedelijkheid en uitbundigheid, gaan angst en afgunst schuil. Binnen de omgeving van het gezin en de familie, gelden andere normen dan in de samenleving waarin alles geoorloofd is. Met behulp van astrologen, wisiemans en ojha’s worden bedreigingen en angsten afgeweerd, niet alleen binnen de Afro-Surinaamse gemeenschap.
De populist Bouterse wist etnische groepen via hun religies aan zich te binden. Hij was zo nodig van alle religieuze marken thuis. Tot mijn verbazing doet president Santokhi niet voor hem onder. De stelling van de Romeinse satiredichter Juvenalis uit de eerste eeuw van onze jaartelling dat het volk zoet wordt gehouden met brood en spelen, is nog steeds van kracht. Marx schreef in het midden van de negentiende eeuw dat religie opium is van het volk, door Lenin later aangepast in opium voor het volk, omdat hiermee de onderklasse in toom wordt gehouden. Santokhi speelt dit spel op hoog niveau en verandert als kameleon van religieuze kleur voor optimale communicatie en camouflage.
De voorlichters van de president hadden het de laatste week van maart druk met berichten op Facebook in de aanloop naar het hindoefeest Holi, en Holika Dahan, de dag voor Holi. Op 28 maart werd aandacht besteed aan de christelijke Palmzondag. Op 4 april werden foto’s geplaatst van de president op Stille Zaterdag met gebogen hoofd in biddende houding, vergezeld van religieuze hoornblazers, en van de president op Pasen.
Alsof dit nog niet genoeg was, plaatste één van de dagbladen op 4 april ter gelegenheid van Pasen een foto van de president met het hoofd voorover gebogen, in aanwezigheid van vier geestelijke leiders. In een Trumpiaanse setting zegenden de geestelijke leiders met de armen ten hemel geheven de president, die van mening is dat ‘de regering er is om het volk te leiden op een pad, dat door God is neergezet’. De president vergeet de andere religies niet. Na de overdaad aan christelijke rituelen rond Pasen, stond de president op 12 april, weer met het hoofd voorover gebogen, op de foto ter gelegenheid van het hindoeïstische Chaitra Navratri. Zijn ogen zijn gesloten, zijn handen zijn gevouwen en op zijn voorhoofd is voor de gelegenheid een verticale rode streep of tika aangebracht.
Het aantal christelijke en hindoeïstische feestdagen in deze tijd van het jaar is groot, maar het islamitische deel van de bevolking wordt niet vergeten. De president stemde op 12 april in met een voorstel van Minister Somohardjo van Binnenlandse Zaken om tijdens de islamitische vastenmaand Ramadan, ambtenaren die vasten vanaf 13.00 uur vrij te geven. Suriname zit financieel-economisch aan de grond, maar duizenden ambtenaren mogen tijdens de vastenmaand eerder naar huis, een knap staaltje populistisch cliëntelisme van minister Somohardjo voor zijn Javaans-islamitische achterban. Dit is onverholen religieuze discriminatie.
Het dwepen van de president met religies neemt absurde vormen aan wanneer hij op 14 april bij het begin van de Ramadan op Facebook de ‘schepper’ omstandig bedankt voor de gelegenheid om te vasten, één van de vijf zuilen van de islam. Bij het lange bericht is een foto van de president opgenomen, carnavalesk verkleed als moslim, te midden van afbeeldingen van een moskee en minaretten. De ongemakkelijke lach en blik opzij verraden zijn gevoel van gêne. Uit zo’n schertsvertoning blijkt geen respect maar minachting voor religies.
Religieuzen citeren graag uit hun ‘heilige’ boeken. Wanneer president Santokhi ook maar enkele van de soms positieve elementen daarvan tot zich had genomen, zou hij ophouden met deze poppenkast. De president en de regering moeten er zijn voor het volk en niet voor familie en vrienden. President, draai de foute benoemingen terug. Het is evenmin de bedoeling dat bewindspersonen hun achterban bevoordelen om politieke steun te verkrijgen. Een selecte groep religieuze ambtenaren vrijaf geven is onacceptabel. En tot slot president, luister naar het Surinaamse volk. Dat heeft geen behoefte aan een president die blind en doof is voor kritiek en zijn eigen gang gaat. Dat stuit nu zelfs leden van de eigen politieke partij tegen de borst.
Suriname is in beginsel een seculier land. De president en de regering moeten de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging beschermen, en de belijdenis ervan in de privésfeer ongestoord laten plaatsvinden. De overheid moet zich daar verre van houden. Religies mogen niet worden misbruikt om de berusting, gelatenheid en afhankelijkheid van de Surinaamse bevolking in stand te houden. Religieuze leiders moeten niet door de overheid beloond worden maar zich binnen hun religieuze gemeenschap bedruipen. Het zou van oprecht respect voor religieuzen getuigen wanneer de president religie niet langer gebruikt om het volk brood en spelen te geven of beschouwt als opium voor het volk. Dat bespaart hem tevens gênante fotosessies van clowneske verkleedpartijen, zodat hij meer tijd heeft om aandacht te besteden aan de werkelijke noden van het volk.
Gepubliceerd in Dagblad Suriname