22 augustus 2020, leestijd 4 minuten
De nieuwe regering van Suriname, onder leiding van Chan Santokhi, wordt al snel op de proef gesteld en kritisch bejegend. Soms naar mijn mening te snel omdat het nu eenmaal niet mogelijk is om binnen een maand de puinhoop op te ruimen die de regering-Bouterse in tien jaar heeft laten ontstaan. Eerst moet de ruïne worden afgebroken voor met de bouw van het nieuwe huis kan worden begonnen. Het zal nog wel even duren voordat het volk in de portemonnee merkt dat het beter gaat en dat de koers van de Surinaamse dollar stabiliseert. Ik pleit er daarom voor om de regering-Santokhi hiervoor de tijd te geven.
Wat meteen beter kan moet meteen beter. Het is niet nodig om in oude fouten te vervallen of pionnen van de oude regering te handhaven die niet geschikt zijn voor hun functie. Ik ben in het algemeen geen voorstander van een ‘bijltjesdag’, het afrekenen met personen enkel en alleen omdat zij deel uitmaakten van een eerder regime. De NDP heeft nepotisme echter tot een kunst verheven. Hierdoor werden veel, vaak overbodige, functies op hoog niveau bij de overheid en parastatale bedrijven vervuld door personen die hiervoor niet in aanmerking hadden mogen komen. Niet, omdat zij hiervoor dikwijls niet de competenties hebben, omdat zij in een aantal gevallen een strafblad hebben en omdat zij vaak een vriendschappelijke band of een familierelatie hebben met de kliek rond Bouterse. Daarom is het goed om deze mensen te vervangen door personen die wel aan de vereisten voldoen.
De eerste concessie die Santokhi moest doen is de samenwerking aangaan met Ronnie Brunswijk van ABOP en hem aanstellen als vicepresident. Het is niet goed te praten dat een vermeende oorlogsmisdadiger en veroordeelde drugscrimineel, die op dubieuze wijze zijn rijkdom vergaarde, een dergelijke positie vervult. Het was evenwel de enige reële mogelijkheid om te ontsnappen aan de hegemonie van Bouterse. De NDP zou met ABOP en BEP een meerderheidsregering hebben kunnen vormen. Laat het uitgangspunt vanaf nu zijn dat personen alleen bij de overheid en parastatale bedrijven worden benoemd wanneer zij hiervoor de competenties hebben, van onbesproken gedrag zijn, geen strafblad hebben en niet de schijn wordt gewekt van belangenverstrengeling en vriendjespolitiek. De president moet daarbij het goed voorbeeld geven.
Het is de afgelopen tijd al een aantal keer fout gegaan. Er is veel maatschappelijke beroering ontstaan door het handhaven en soms herbenoemen van NDP’ers op hoge functies die hiervoor niet geschikt waren en waarvan het volk had verwacht dat zij vervangen zouden worden. Er werden drogredenen aangevoerd om deze mensen te handhaven en niet te ontheffen van hun functie. Soms werd voorgesteld om politici ook te benoemen voor functies in het bedrijfsleven, maar een dergelijke functiecombinatie is natuurlijk ook ongewenst en ongepast. De benoeming van de broer van Ronnie Brunswijk, Leo Brunswijk, als president-commissaris van Staatsolie, roept alle verdenkingen van belangenverstrengeling op, nog afgezien van de vraag of hij hiervoor geschikt is. Vanaf het moment dat Ronnie Brunswijk vicepresident werd, zou zijn broer niet meer voor een dergelijke benoeming in aanmerking hebben moeten komen.
Helaas geeft de president niet het goede voorbeeld door zijn echtgenote, Melissa Santokhi, te laten benoemen in politieke functies of toezichthoudende functies bij parastatale bedrijven. Dat is echt uit den boze. Het is jammer dat de president zich hiervan niet bewust lijkt te zijn en dat zijn nabije omgeving hem hierover niet juist informeert en hem er niet voor behoedt om dergelijke foute beslissingen te nemen. De president heeft eerder zijn echtgenote als vicevoorzitter zitting laten nemen in de commissie Toetsing Rechtspositionele Aangelegenheden, die zich buigt over het grote aantal spookambtenaren en zeven-even-ambtenaren. Hoewel de functie onbezoldigd is, moet deze niet door de echtgenote van de president worden vervuld. Kort geleden is zij benoemd als lid van de raad van commissarissen van Staatsolie. Ook in dit geval is dit een volstrekt verkeerde beslissing. Zij had niet in deze functie benoemd mogen worden. Het leidt tot veel maatschappelijke beroering en het volk heeft nu al de indruk dat de regering weer vervalt in het nepotisme waarom de NDP zo werd verfoeid.
De kiezers hebben gestemd op personen die verkiesbaar waren namens politieke partijen. De kiezers hebben niet Melissa Santokhi gekozen als vrouw van de president. De toevallige omstandigheid dat zij de echtgenote is van de president biedt haar de gelegenheid om in die hoedanigheid ceremoniële taken te vervullen, maar niet meer dan dat. Elke andere functie die zij verkrijgt roept de verdenking op dat zij die heeft verkregen omdat zij de echtgenote is van de president en niet omdat zij hiervoor de meest geschikte persoon is. Sterker nog, ook al zou zij de meest geschikte persoon voor de functie zijn, dan komt zij daar als echtgenote van de president juist niet voor in aanmerking om elke schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Je moet er voorts niet aan denken dat de echtgenote van de president met deze functies politieke macht en invloed verkrijgt die haar door het volk immers niet is gegund.
De regering moet deze benoemingen van Melissa Santokhi op de kortst mogelijke termijn ongedaan maken om ergere schade te voorkomen. Zij dient zich te beperken tot ceremoniële gelegenheden en het vergezellen van de president waarbij dat gepast is. Dat is niet het geval bij werkbezoeken. Zij is niet de assistente van de president. De echtgenote van de president kan haar eigen carrière voortzetten, maar moet daarbij behoedzaam optreden. Een ongeluk zit in een klein hoekje. De titel first lady geeft geen rechten of privileges.
Mijn oproep aan de Surinaamse regering is om alleen personen volgens afgesproken procedures in functies bij de overheid en parastatale bedrijven te benoemen wanneer zij ten minste voldoen aan de volgende vereisten:
- Beschikken over de vereiste competenties;
- Van onbesproken gedrag zijn (en dus geen strafblad hebben);
- Geen vriendschappelijke of familieband met een bewindspersoon hebben.
De benoemingen moeten zo veel mogelijk van politieke kleuring worden ontdaan. De regering moet de durf hebben om de competenties duidelijk vast te stellen en hiernaar te handelen. Ter toetsing van het onbesproken gedrag zou de overheid een stelsel van verklaringen omtrent het gedrag kunnen introduceren, waarbij overheidsinstanties als het openbaar ministerie en de belastingdienst ruime onderzoeksbevoegdheden krijgen. Wanneer precies sprake is van een vriendschappelijke band en tot in welke graad wel of niet sprake mag zijn van een familieband, laat ik graag ter afweging aan de regering. Het is alleen al goed om hier eens over nagedacht en gediscussieerd te hebben. Dat kan ertoe leiden dat het volk de regering op dit vlak niet langer hoeft te bekritiseren en als integer beschouwt, en dat is dan mooi meegenomen.
Gepubliceerd in De West