Governor en commissarissen CBvS medeplichtig
7 november 2020, leestijd 5 minuten
Het jaarverslag 2015 van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) is ruim vier jaar te laat gepubliceerd. Uit het jaarverslag blijkt dat de CBvS over de jaren 2015 tot en met 2019 ongeveer SRD 1,3 miljard verlies leed. Er is met de cijfers gerommeld om dit verlies in de boeken te halveren. Het verlies wordt door de CBvS niet goed geboekt en als vordering op de overheid opgenomen. De CBvS mag volgens de Bankwet geen krediet geven aan de overheid, afgezien van enkele uitzonderingen. Eind 2015 heeft de CBvS volgens het jaarverslag SRD 3,5 miljard te vorderen op de overheid. Dat is in strijd met de Bankwet. Wie heeft dit toegestaan? Hoe gaat de overheid dit ooit terugbetalen? Het is duidelijk dat de vorige regering de CBvS heeft leeggeroofd. Ook de kasreserves die de banken bij de CBvS moesten parkeren, zijn grotendeels gestolen. De governors en de commissarissen van de CBvS wisten ervan en hebben het laten gebeuren.
Ex-governor Glenn Gersie heeft recent tijdens een interview toegelicht waarom het jaarverslag niet in 2016 is gepubliceerd. Uit het jaarverslag blijkt dat Gillmore Hoefdraad, governor van september 2010 tot augustus 2015, in strijd met de Bankwet heeft gehandeld. De CBvS heeft ruimhartig monetair gefinancierd. Toen het concept jaarverslag 2015 aan de raad van commissarissen werd voorgelegd, vond de raad het wenselijk om contact op te nemen met Gillmore Hoefdraad, inmiddels minister van Financiën, en toenmalig president Desi Bouterse. De CBvS was volgens Gersie niet bereid om in het verslag te vermelden dat niet in strijd met de wet was gehandeld. Omdat Hoefdraad bang was om vervolgd te worden en in de gevangenis te belanden, verboden Bouterse en Hoefdraad publicatie van het jaarverslag.
Volgens Gersie was menigeen verheugd toen Hoefdraad als ‘topman’ van het IMF in 2010 governor van de CBvS werd. Later bleek dat Hoefdraad geen ‘topman’ was bij het IMF. Hoefdraad werd geroemd om zijn talent, maar men bedoelde volgens Gersie waarschijnlijk zijn schaaktalent. Hij bleek weinig kennis van zaken van een centrale bank te hebben. Als governor kwam hij snel in conflict met medewerkers die hij dan op non-actief stelde. Dat overkwam Gersie ook. De ontwikkelingen rond de CBvS zijn volgens Gersie schadelijk voor Suriname en teleurstellend voor de vele goede medewerkers van de CBvS, die het beste met het instituut voorhebben.
Wie is er schuldig aan deze rampzalige financiële ontwikkelingen bij de CBvS? Wat zijn in dit verband de belangrijkste bepalingen van de Bankwet? Volgens de Bankwet is de governor, ook na zijn aftreden, in persoon aansprakelijk wanneer de CBvS teveel krediet geeft aan de overheid. De raad van commissarissen ziet toe op het beheer van de CBvS en richt zich daarbij op het belang van de CBvS. De governor maakt binnen zes maanden na het boekjaar de jaarrekening op. De raad van commissarissen stelt de jaarrekening vast. De vastgestelde jaarrekening strekt tot volledige kwijting van de governor.
Bouterse en Hoefdraad hadden vanzelfsprekend niet de bevoegdheid om publicatie van een jaarverslag van de CBvS te verbieden om daarmee wetsovertredingen van Hoefdraad in zijn functie als governor te verhullen. Zij hebben misbruik gemaakt van hun macht door in te grijpen in het onafhankelijk functioneren van de CBvS. De governor en de raad van commissarissen hebben door het autoritaire ingrijpen van Bouterse en Hoefdraad niet hun wettelijke taken volgens de Bankwet behoorlijk kunnen vervullen. De procureur-generaal kan Bouterse en Hoefdraad hiervoor van hun bed laten lichten. De rechterlijke macht heeft met Bouterse al een appeltje te schillen en van Hoefdraad is onbekend waar zijn bed nu staat.
Hoefdraad heeft als governor van de CBvS en later als minister van Financiën een ravage aangericht. Vrijwel alle financiële problemen van de Surinaamse overheid zijn te herleiden tot het disfunctioneren van deze financiële lichtgewicht. De jarenlange begrotingstekorten in combinatie met de ongeremde leendrift, stellen Suriname de komende decennia voor bijna onoplosbare financiële problemen. Het is een illusie dat veel geld kan worden teruggehaald bij de voormalige bewindspersonen. De Surinaamse bevolking zal jarenlang de broekriem moeten aanhalen omdat Hoefdraad langdurig de wet heeft overtreden met onder meer monetaire financiering en overschrijding van het leenplafond door bovenmatig veel te lenen voor de onverzadigbare bestedingsdrift van de regering Bouterse. De procureur-generaal kan Hoefdraad ook hiervoor van zijn bed laten lichten.
De raad van commissarissen had moeten toezien op het beheer van de CBvS en dat de jaarverslagen tijdig werden opgemaakt, vastgesteld en gepubliceerd. Zij hebben zich door Bouterse en Hoefdraad laten ringeloren. Bouterse en Hoefdraad verboden publicatie van de jaarverslagen waardoor het Surinaamse volk informatie over de ontwikkelingen bij de CBvS is onthouden, waar het Surinaamse volk volgens de Bankwet recht op heeft. Doordat de jaarverslagen niet werden gepubliceerd werd het Surinaamse volk ook niet geïnformeerd over de grove wetsovertredingen van Bouterse en Hoefdraad. Hierdoor zijn de commissarissen die in functie waren in de periode medio 2015 tot heden, medeplichtig aan deze wetsovertredingen. De procureur-generaal kan de commissarissen hiervoor van hun bed laten lichten.
De governor van de CBvS is, ook na zijn aftreden, in persoon aansprakelijk wanneer de CBvS teveel krediet geeft aan de overheid. De governor dient binnen zes maanden na het boekjaar de jaarrekening op te maken. Omdat dit niet is gebeurt is Gersie geen kwijting verleend voor zijn bestuur. De CBvS verleende vermoedelijk al teveel krediet aan de overheid bij het aantreden van Gersie als governor en is dat waarschijnlijk tot op de dag van vandaag blijven doen. Gersie handelde als governor al die tijd in strijd met de Bankwet en is daarvoor nog steeds aansprakelijk. Gersie heeft zich op zijn beurt laten inpakken door de raad van commissarissen door de jaarverslagen niet te publiceren. Hij is daarmee tevens medeplichtig aan de wetsovertredingen. De procureur-generaal kan Gersie hiervoor van zijn bed laten lichten.
Glenn Gersie doet ruim vier jaar te laat zijn mond open. Nu pas geeft hij publiekelijk een toelichting op wat er jaren geleden gebeurde. Hij heeft hiermee zijn plicht verzaakt. Het Surinaamse volk had van de governor en de commissarissen mogen verwachten dat zij openheid van zaken gaven toen Bouterse en Hoefdraad hun boekje te buiten gingen en publicatie van de jaarverslagen verboden. Door dat niet te doen is het misbruik van de toenmalige president en de toenmalige minister van Financiën doorgegaan en geëscaleerd, waardoor Suriname in een financiële chaos is beland. De governor en de commissarissen zijn daar medeplichtig aan. De procureur-generaal krijgt het druk.
De governor en de commissarissen hielden hun mond en vonden voortzetting van hun mooie functies en de daarbij behorende salarissen waarschijnlijk belangrijker dan de belangen van het Surinaamse volk. Dat hoort zo niet. Wanneer je je functie niet langer naar eer en geweten kunt vervullen, geef je openheid van zaken en neem je afscheid van de bank waarvoor je met genoegen hebt gewerkt.
Gepubliceerd in De West