De eerste jaarrede van president Santokhi
5 oktober 2020, leestijd 7 minuten
Het Surinaamse volk heeft jaren op krediet geleefd. De overheid ondersteunde de zwakke SRD en subsidieerde water, elektriciteit, gasoline, voedselpakketten en basisgoederen, zoals aardappelen en uien. Surinamers konden daardoor allemaal het hoofd boven water houden maar de overheid staat nu bij iedereen in het krijt, holde staatsbedrijven uit, financierde monetair, misbruikte kasreserves van banken en probeerde geld te ontfutselen aan de Centrale Bank van Suriname. Kort geleden onthulde ik dat het ministerie van Financiën op 21 maart 2018 vrijwel de gehele voorraad goud, 8.000 troy ounce met een waarde van ongeveer 13 miljoen USD, voor een jaar van Stichting Suriname Environmental and Mining Foundation heeft ‘geleend’. Dat was in strijd met de doelstellingen van de stichting. Het goud is nog niet teruggegeven.
De installatie van de regering-Santokhi leidde over de hele wereld tot positieve reacties. Andere landen zijn verheugd niet langer zaken te hoeven doen met een president met een strafblad. De minister van Buitenlandse Zaken van de VS, Mike Pompeo, is kort op bezoek geweest en Suriname en Nederland gaan weer ambassadeurs uitwisselen. De president kan naar het buitenland reizen en heeft inmiddels een buurland bezocht. Dinsdag 29 september hield president Santokhi zijn eerste jaarrede. Ik vond deze veelbelovend en inspirerend. De nieuwe regering staat voor een bijna onmogelijke taak om de puinhopen die de vorige regering heeft achtergelaten op te ruimen en van Suriname een welvarend land te maken, waarin de bevolking met plezier woont, naar school gaat, werkt en vrije tijd besteedt.
De positie van de president is niet benijdenswaardig vanwege zijn bijkans onmogelijke opdracht. Het is moeilijk om aan het volk uit te leggen dat het niet meteen beter wordt. De prijzen gaan niet omlaag en de waarde van de SRD is sterk gedaald. Door afschaffing van overheidssubsidies wordt het leven in Suriname een stuk duurder. Voor aardappelen en uien moet een reële prijs worden betaald. De belastingen worden verhoogd. Veel Surinamers zullen een stap terug moeten doen, al zal de regering de minder bedeelden ontzien door verhoging van de AOV, kinderbijslag en financiële bijstand. Personen met een jaarinkomen boven 150.000 SRD gaan een solidariteitsheffing van 10% betalen. Veel mensen zullen zich niet langer een auto, een computer of een televisie kunnen veroorloven. Santokhi benadrukt dat het Surinaamse volk eerst door een dal moet gaan om er daarna uit te klimmen.
De regering-Santokhi zal veel aandacht moeten besteden aan goede communicatie over de plannen, het beleid en de gevolgen hiervan voor het volk. Dat begint bij de presentatie van de financiële nota en de begroting. Dit zijn lijvige en onleesbare ambtelijke stukken met veel gegevens maar zonder informatie. Dat is een belangrijk verschil. De overheid zou moeten investeren in goede inzichtelijke presentatie van de plannen en de financiële gevolgen ervan, samengevat in inzichtelijke infographics. Dat verhoogt de kans op acceptatie door het volk.
De jaarrede van de president is kritisch becommentarieerd. De Surinaamse samenleving heeft veel belangenorganisaties die van mening zijn dat de regering met hen in gesprek moet gaan en naar hen moet luisteren. Het spreekt voor zich dat de regering zich goed zal laten informeren door bijvoorbeeld de Sociaal Economische Raad of presidentiële commissies, maar de regering kan niet met iedereen overleggen voordat besluiten worden genomen. Het volk heeft daarvoor een volksvertegenwoordiging gekozen, waaruit een regering is gevormd. Buitenparlementaire politieke partijen hebben geen zetel in De Nationale Assemblée en moeten bij de volgende verkiezingen beter hun best doen.
De nieuwe regering is gebaat bij een technocratische aanpak. Het functioneren van de overheid moet beter. De deskundigheid hiervoor is niet altijd aanwezig bij mensen die zijn benoemd op grond van politiek opportunisme. Als het probleem niet zo schrijnend was, zou het ronduit vermakelijk zijn hoe ambtenaren met een petitie verzochten om hen nu eindelijk salaris te betalen. Deze ambtenaren zijn door de vorige regering aangenomen en hebben soms al meer dan een jaar geen salaris ontvangen. Een petitie? Waarom staken zij niet? Dat kan niet omdat de meesten van hen nog nooit op het werk zijn verschenen. De regering-Santokhi moet ook dit probleem van beschikbare ambtenaren, spookambtenaren en zeven-even-ambtenaren oplossen.
De regering heeft in overleg met de Centrale Bank van Suriname de officiële koers van de SRD naar een realistisch niveau gebracht. Ook hierover wordt gemopperd. Niet iedereen realiseert zich dat iemand de prijs betaalt voor een munt waarvan de waarde kunstmatig hoog wordt gehouden om basisgoederen te importeren. Dat is de centrale bank of de overheid, dus uiteindelijk de belastingbetaler. ‘Het is de taak van de centrale bank om de waarde van de munt te reguleren.’, zal iemand zeggen. Ja, dat is waar, maar dat kan slechts binnen een bepaalde bandbreedte. Bij de enorme geldontwaarding in Suriname is er geen houden aan. Dan moet de munt devalueren en dat merkt de burger in de portemonnee. De boodschappen worden duurder.
De regering moet bij de presentatie van de cijfers de juiste terminologie hanteren. Belangrijke begrippen zijn begrotingstekort en financieringstekort. Een begrotingstekort ontstaat wanneer de uitgaven (inclusief aflossingen van leningen) hoger liggen dan de inkomsten. Tot de inkomsten worden niet gerekend de leningen die de overheid wil aantrekken. Door een begrotingstekort ontstaat een financieringsbehoefte. Een financieringstekort ontstaat wanneer de uitgaven (exclusief aflossingen van leningen) hoger liggen dan de inkomsten. Dan is financiering nodig waardoor de staatschuld toeneemt. Evenzo kan natuurlijk sprake zijn van een begrotingsoverschot en een financieringsoverschot.
De Surinaamse regering presenteert een ontwerpbegroting voor 2021 met 15,3 miljard SRD aan inkomsten en 22,1 miljard SRD aan uitgaven. In de inkomsten is 4,8 miljard aan donormiddelen en leningen opgenomen, waarmee de inkomsten worden geflatteerd. Het verschil tussen inkomsten en uitgaven van 6,8 miljard SRD wordt ten onrechte het begrotingstekort genoemd. Dat is een onjuiste voorstelling van zaken. Het begrotingstekort is 4,8 miljard SRD hoger. De overheidsschuld, het totaal van de formele staatsschuld, de achterstallige betalingen van de ministeries en de andere ontdekte en nog te ontdekken schulden, moet inmiddels 100% van het bruto binnenlands product ruim te boven gaan. Er zijn veel belastinginkomsten nodig om dit af te lossen.
De regering gaat de inkomsten verhogen door onder andere verhoging van de omzetbelasting op import, royalty’s voor de kleinschalige goudsector en de grondhuur. Suriname heeft ruim 42.000 ambtenaren, maar zou met de helft daarvan kunnen volstaan. Veel ambtenaren zullen omgeschoold moeten worden, zodat zij aan de slag kunnen gaan in het bedrijfsleven. Om werkgelegenheid te creëren moet de overheid de bedrijfsonvriendelijke bureaucratie omzetten in een bedrijfsvriendelijke omgeving, waarin ook buitenlandse ondernemers willen investeren. De ondragelijke last uit hoofde van de staatsschuld moet worden gereduceerd door onderhandelingen met de geldgevers over herstructurering van de leningen. De Surinaamse pers schreef over een protocollaire blunder bij een bezoek van de president en de vicepresident aan Nickerie, omdat de president eerder op de locatie was en op de vicepresident moest wachten. Ik zou mij in dit inmiddels financieel-economisch noodlijdende land meer zorgen maken over de hoge kosten van dit bezoek, waarvoor twee helikopters werden ingezet en een stoet aan dure limousines.
In zijn jaarrede besteedt de president niet alleen aandacht aan geld. De portemonnee van de overheid kan afleiden van de sociaal-maatschappelijke en culturele taken waarvoor de regering zich gesteld ziet. Santokhi beschrijft het, naar mijn inzicht evenwichtige, beleid voor werkgelegenheid en sociale zekerheid, onderwijs en erfgoed, en volksgezondheid. De regering is zich bewust van haar verantwoordelijkheid voor de kwetsbare natuur van Suriname. Terwijl Surinamers zich gezegend achten met een land dat voor 90% bedekt is met tropisch regenwoud, vergiftigen en verruïneren porknokkers het binnenland, verwoesten skalians het stuwmeer en rivieren, en kappen houtbedrijven grote stukken van het bos.
Het is van groot belang dat Suriname een meer zelfvoorzienend en productief land wordt met grotere verdiencapaciteit. Dat moet de belangrijkste pijler onder de waarde van de SRD worden. De regering wil onder meer de productie en export van agrarische producten stimuleren en de kleinschalige goudwinning transformeren, zodat het een duurzame en veilige bron van inkomsten en werkgelegenheid wordt. De regering vindt vanzelfsprekend de significante olie- en gasvondsten veelbelovend, maar ik hoop dat daardoor de aandacht niet wordt afgeleid van stimulering van de productie. Of de duurzame ontwikkeling van ‘Bakhuis-bauxiet’ een realistisch voornemen is, vragen deskundigen zich af.
De relatie met Nederland heeft de aandacht aan beide zijden van de oceaan. De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, informeerde de Tweede Kamer over de ontwikkelingen in Suriname. De Surinaamse verkiezingen in mei 2020 worden in Nederland vooral beschouwd als het einde van het tijdperk Bouterse. De Nederlandse regering heeft besloten om de resterende verdragsmiddelen van circa 17 miljoen euro vrij te geven. De bilaterale relatie kan volgens Blok weer zo ingericht worden dat deze recht doet aan de banden tussen Nederland en Suriname en de belangen van beide landen. Nederland en Suriname zullen vóór de viering van 45 jaar onafhankelijkheid van Suriname op 25 november a.s., op ambassadeursniveau in elkaars landen zijn vertegenwoordigd. De positie van vicepresident Brunswijk, die bij verstek is veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf voor cocaïnehandel, is een kiezel in de schoen. De Nederlandse regering zal geen contact met Brunswijk onderhouden, behalve als hier een functionele noodzaak voor is.
Volgens Santokhi moet verbetering van het internationale imago door coherente en transparante buitenlandse politiek, bijdragen aan meer buitenlandse belangstelling voor politieke, technische en financiële ondersteuning en investeringen. Het kostbare netwerk van Surinaamse diplomatieke vertegenwoordigingen moet fors worden afgeslankt. Suriname zal zich volgens de president presenteren als democratisch land waar instituten worden gerespecteerd, recht en wet gelden voor iedereen, mensenrechten worden nageleefd en behoorlijk bestuur de norm is. Het is daarom onbegrijpelijk dat de Surinaamse bewindspersonen familieleden, vrienden en partijgenoten, in strijd met statuten, functievereisten en reglementen, hebben benoemd op hoge posities in presidentiële commissies en bij staatsbedrijven. De interpretatie van ‘behoorlijk bestuur’ kan kennelijk nogal verschillen.
Volgens de president is het volk van Suriname een veerkrachtig volk dat meerdere donkere dagen heeft meegemaakt. Hij is ervan overtuigd en belooft dat Suriname uit de crisis komt. Het Surinaamse volk moet daartoe begrijpen dat niet langer op krediet kan worden geleefd. De tijd van overheidssubsidies en kunstmatige ondersteuning van de koers van de SRD is voorbij. Iedereen moet een redelijke prijs betalen voor water, elektriciteit, gasoline en basisgoederen, zoals aardappelen en uien. Wat het land niet verdient kan het niet uitgeven. Ik heb er, ondanks enkele kritische noten, vertrouwen in dat het uiteindelijk goed komt met Suriname. Laten we over een jaar zien wat er bereikt is en een eerste conclusie trekken.
Gepubliceerd in Dagblad Suriname