9 februari 2020, leestijd 6 minuten
Dagblad De West publiceerde op 1 juni 2019 mijn artikel ‘Wanneer knapt de Surinaamse monetaire zeepbel?’. Ik adviseerde de bankiers om niet akkoord te gaan met aanpassing van de kasreserveregeling waarbij ook een deel van de kasreserve in vreemde valuta bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS) zou worden aangehouden. Mijn belangrijkste argumenten waren dat de CBvS technisch failliet is, als marionet van het kabinet fungeert, niet de expertise heeft om de kasreserve te beheren en dat het geld in de bodemloze put van de Surinaamse overheid zou verdwijnen. Fáya Pepré, ik kreeg gelijk, evenals Jim Bousaid, voormalig directeur van de Hakrinbank, en Winston Ramautarsing, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname. De monetaire zeepbel is geknapt, er zijn geen Amerikaanse dollars (USD) te verkrijgen en de waarde van de Surinaamse dollar (SRD) daalt razendsnel.
De ‘diefstal van spaargeld’ roept veel vragen op bij het volk, belangengroepen en parlementsleden. De regering laat nauwelijks iets van zich horen of komt met nietszeggende reacties. Vicepresident Ashwin Adhin meent dat de kasreserves door de overheid ‘gebruikt’ mogen worden en toont daarmee aan hooguit de competentie te hebben om de tas van de president te dragen. De CBvS verdedigde in 2019 de aanpassing van de kasreserveregeling omdat Suriname hiermee zou voldoen aan ‘internationale best practices geldende voor alle centrale banken in de wereld’. Dat was niet alleen onwaar maar Suriname is ook geen land als alle landen in de wereld. Laat ik enkele kanttekeningen plaatsen.
De CBvS is niet onafhankelijk als alle centrale banken in de wereld
De functie governor van de CBvS is niet benijdenswaardig. Een kandidaat moet tot de vriendenkring van de machthebbers behoren om voor benoeming in aanmerking te komen. De governor kan niet onafhankelijk optreden omdat de CBvS ook een politieke agenda moet vervullen. De CBvS loopt aan de leiband van de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad. Op 12 februari 2019 wordt governor Glenn Gersie onverwachts ontslagen. De reden hiervoor is niet bekendgemaakt. Over het algemeen wordt aangenomen dat hij niet langer bereid was om zijn oor te laten hangen naar de minister van Financiën en de president bij hun verzoeken om monetair te financieren.
De CBvS heeft niet de expertise van alle centrale banken in de wereld
De kwaliteit van het toezicht op banken is ondermaats. Ik schreef hierover uitgebreid in mijn boek ‘Een bank in Suriname, Pe a moni de?’. De CBvS had geen idee van de problemen die bij De Surinaamsche Bank (DSB) speelden; de slechte kredieten, de verlieslatende valutaswaps, de belangenverstrengeling bij dubieuze kredietverlening aan klant X, de onjuist verwerkte valutaposities en effectenportefeuilles, de onjuistheden in de financiële rapportages, de gebreken in de organisatie-inrichting en de risicobeheersing en het zwakke bestuur. Door ingrijpen van de raad van commissarissen begin 2017, is DSB van de ondergang gered. De kwaliteiten van de ‘moederbank’ als monetaire hoeder van de waarde van de Surinaamse munt, worden uitgehold door de politieke agenda.
De CBvS heeft niet de bestuurlijke aansturing van alle centrale banken in de wereld
Er is veel misgegaan bij de CBvS. Dat is niet te wijten aan het falen van één persoon, bijvoorbeeld de governor, een directielid of een medewerker. De CBvS zou, als alle organisaties, moeten werken volgens procedures en werkinstructies, waarbij allerlei checks & balances zijn ingebouwd, zeker bij een centrale bank die aan de hoogste betrouwbaarheids- en integriteitseisen moet voldoen. De raad van commissarissen moet hier toezicht op houden. Uit de feiten blijkt dat de ondernemingsbesturing, organisatie-inrichting en risicobeheersing bij de CBvS op alle fronten hebben gefaald. Op basis van deze feiten kan de integriteit van enkele betrokkenen in twijfel worden getrokken.
De CBvS doet niet dezelfde transacties als alle centrale banken in de wereld
Ik onthulde in mijn boek dat de Surinaamse overheid als wanbetaler grote problemen veroorzaakte voor de algemene banken. Doordat de overheid bedrijven niet op tijd betaalde, konden deze hun kredieten bij de banken niet aflossen. Dat werd tijdelijk opgelost door indirecte monetaire financiering. De CBvS verlaagde de kasreserve voor vreemde valuta en ruilde deze met de banken tegen SRD, die de banken moesten investeren in schatkistpapier van de overheid. Daarmee loste de overheid haar schulden af.
Nadat bekend werd dat de CBvS een aanzienlijk deel van de kasreserves van de banken in vreemde valuta had ‘gebruikt’, stuurde de directie van Hakrinbank 3 februari 2020 een circulaire aan de medewerkers. In de circulaire wordt ingegaan op deze swaptransacties met de CBvS. De directie van Hakrinbank beschrijft de handelingen ‘waarbij vreemde valuta middelen van onze cliënten zonder enige waarborg werden toevertrouwd aan de CBvS en we monetaire financiering faciliteerden.’ Dus toch.
Recent bleek dat de CBvS in 2019 grond aankocht van een joint venture van DSB en Assuria om DSB financieel te steunen. Dat had de CBvS als centrale bank en monetaire autoriteit nooit mogen doen
De CBvS heeft niet dezelfde financiële positie als alle centrale banken in de wereld
De verliezen in 2015 en 2016 voor de CBvS op eerder genoemde valutaswaps waren ruim 1 miljard SRD, waardoor de CBvS technisch failliet raakte en besloot om geen jaarrekeningen meer te publiceren. De CBvS heeft de kasreserves van de banken hard nodig om op de been te blijven en nog enigszins redelijke deviezenreserves te laten zien. Dit is vanzelfsprekend ‘schone schijn’ want het gaat om spaargeld van het volk dat onder valse voorwendselen naar de CBvS is overgeheveld. Een deel hiervan is inmiddels verdwenen. Het is een absurde situatie dat een centrale bank, die toezicht moet houden op algemene banken, geen gecontroleerde jaarrekeningen publiceert en geen duidelijkheid verschaft over haar financiële positie.
De kasreserveregeling van de CBvS is niet dezelfde als van alle centrale banken in de wereld
Hoewel de kasreserveregeling als zodanig een gebruikelijk monetair instrument is, is de toepassing in Suriname zeer ongebruikelijk. Banken moeten maar liefst 35 procent van de tegoeden in SRD bij de CBvS uitzetten. Voor de afwikkeling van betalingstransacties in SRD komt daar nog eens 5 procent bij, in totaal dus 40 procent. Voor vreemde valuta, vooral Amerikaanse dollars en euro’s, is zelfs 50 procent vereist. Bijna de helft van alle spaartegoeden en deposito’s bij Surinaamse algemene banken staat dus op geblokkeerde rekeningen, grotendeels bij de CBvS.
Suriname is niet een land als alle landen in de wereld
De mate van dollarisering van de economie van Suriname is kenmerkend voor landen met een zwakke eigen munt, een zwakke economie en zwak fiscaal en monetair beleid. De inflatie is meestal hoog, de begrotingstekorten lopen weer op, evenals de staatsschuld. China krijgt Suriname steeds meer in de grip en is de grootste schuldeiser van het land. Fitch stelde de rating van Suriname in januari 2020 naar beneden bij naar CCC. Volgens Fitch weerspiegelt deze verlaging van de rating de sterke toename van de overheidsschuld, de verminderde financieringsflexibiliteit en de afnemende externe liquiditeit. Fitch is van mening dat het grote overheidstekort in combinatie met het oplopende tekort op de lopende rekening, voorafgaand aan de parlementsverkiezingen van mei 2020, niet consistent is met de gestabiliseerde wisselkoers, waardoor het risico op macro-instabiliteit groter wordt.
De gevolgen
In 2019 kocht de CBvS 550 hectare terrein ‘Blauwgrond’ van DSB/Assuria Vastgoed, een joint venture van DSB en Assuria. Om de problemen voor de CBvS te verminderen, schrapt de minister van Financiën namens de CBvS kort geleden opportunistisch en eenzijdig deze aankoop. De CBvS had als centrale bank en monetaire autoriteit een dergelijke aankoop, die bedoeld was om DSB financieel te steunen, vanzelfsprekend nooit mogen doen, maar gedane zaken nemen geen keer. Behalve in Suriname.
De minister van Financiën bagatelliseert de problemen rond de kasreserve tijdens een toelichting in De Nationale Assemblée. De CBvS en de bank hebben nog miljarden in kas, dus er zouden geen redenen voor zorg zijn. Alsof een politieagent na een brute roofoverval zegt: “U hebt nog een portie nasi en een djogo Parbo, dus maakt u zich niet druk.”.
Het misbruik van de kasreserves door de CBvS richt Suriname bijna te gronde. Volgens Surinaams gebruik zijn de oordelen van enkele nauw bij de financiële wereld betrokkenen, toch veelal mild. Men respecteert het gezag, heeft elkaar nodig, is dikwijls bevriend, eet uit dezelfde ruif en ontmoet elkaar op de Rotary Club. De directie van de Hakrinbank vraagt haar medewerkers om de CBvS en ‘de vele competente en integere centrale bankiers die hun werk naar eer en geweten verrichten’ ‘niet disrespectvol te bespreken’.
De grote financieel-economische problemen waarin Suriname verkeert zijn niet veroorzaakt door de bevolking of de ondernemers. De problemen zijn ook niet veroorzaakt door de ambtenaren, ook al zijn er te veel. De banken hebben meegewerkt aan indirecte monetaire financiering en valutaswaps die tot grote verliezen voor de CBvS en het Surinaamse volk leidden, maar zelfs dat heeft niet de grote financieel-economische problemen veroorzaakt. De problemen zijn veroorzaakt door de regering die al bijna tien jaar aan de macht is, onder leiding van een soldaat die president werd. Een soldaat, veroordeeld voor betrokkenheid bij drugscriminaliteit en meervoudige moord. Het is aan de Surinaamse kiezers om hierover in mei 2020 in het stemhokje een oordeel te geven.
Gepubliceerd in De West